Home | Gastenboek | Over ons |

Panamericana   Eurazie   Voorbereidingen   Projekten   Het voertuig  
Nederlands   English


Onze route -I:

07.01.05 - 09.01.05:
  • Puerto Natales

    10.01.05 - 21.01.05:
  • NP Torres del Paine



    Onze route - II:

    04.02.05 - 06.02.05:
  • Chile Chico
  • Bahia Jara

    07.02.05 - 08.02.05:
  • NP Cerro Castillo

    09.02.05 - 10.02.05:
  • Carretera Austral
  • Coyhayque
  • NP Rio Simpson

    11.02.05 - 12.02.05:
  • Carretera Austral
  • NP Quelat

    13.02.05:
  • Futaleufu



    Onze route - III:

    14.03.05 - 16.03.05:
  • Aguas Calientes

    17.03.05 - 20.03.05:
  • El Caulle
  • NP Puyehue

    21.03.05 - 22.03.05:
  • Entre Lagos
  • Aguas Calientes

    23.03.05:
  • Frutillar
  • Puerto Varas

    24.03.05 - 27.03.05:
  • Petrohue
  • Volcan Osorno
  • Ralun

    28.03.05 - 29.03.05:
  • Valdivia
  • Fuerta Niebla

    30.03.05 - 01.04.05:
  • Pucon
  • Volcan Villarica

    02.04.05 - 04.04.05:
  • Vn.Lonquimay

    05.04.05 - 06.04.05:
  • Chillan

    07.04.05 - 08.04.05:
  • Cobquecura
  • Buchupureo
  • Constitution

    09.04.05 - 10.04.05:
  • Valle de Maule
  • San Javier
  • Yerbas Buenas
  • Talca

    11.04.05 - 12.04.05:
  • Santiago de Chile
  • Valparaiso
  • NP La Campana



    Onze route - IV:

    09.06.05 - 14.06.05:
  • Jujuy (ARG)

    15.06.05 - 16.06.05:
  • Paso de Jama

    17.06.05 - 20.06.05:
  • San Pedro de A.

    21.06.05 - 22.06.05:
  • Calama
  • Chuquicamata

    23.06.05 -24.06.05:
  • San Pedro de A.
  • Calama

    25.06.05 - 26.06.05:
  • Humberstone
  • Santa Laura

    27.06.05 - 02.07.05:
  • Arica

    03.07.05 - 04.07.05:
  • Putre
  • Termas Jurasi

    05.07.05 - 06.07.05:
  • NP Lauca



    Onze route - V:

    20.12.05 - 21.12.05:
  • Arica

    22.12.05:
  • Cobija

    23.12.05:
  • Antofagasta
  • Juan Lopez

    24.12.05:
  • Bolsico

    25.12.05:
  • Chanaral

    26.12.05:
  • La Serena

    27.12.05:
  • Curico

    28.12.05 - 30.12.05:
  • Lonquimay



    Onze route - VI:

    .02.06 - .02.06:
  • Puyehue



  •   Chili
    Op deze pagina beschrijven we onze ervaringen in Chili. Naast ons reisverslag vind je hier een aantal links naar informatieve sites, variërend van algemene informatie tot de adressen van de ambassades.

    Inhoud:
  • Deel 1: Torres del Paine (07.01.05 - 21.01.05)
  • Deel 2: De Carretera Austral (04.02.05 - 13.02.05)
  • Deel 3: Het Lake District (14.03.05 - 13.04.05)
  • Deel 4: Norte Grande (16.06.05 - 06.07.05)
  • Deel 5: Kerst 2005 (20.12.05 - 30.12.05)
  • Deel 6: Los Lagos II (.02.06 - xx.02.06)


    Deel 1: Torres del Paine (07.01.05 - 21.01.05)

    Geschreven door: Dorrit

    tanken in Chili En weer gaat het met het pontje over de Straat van Magellan, maar dit keer blijven we in Chili. We rijden door de steppe naar het schattige havenplaatsje Puerto Natales, dat schitterend gelegen is aan een mooie fjord en uit louter houten huisjes in allerlei heldere kleuren lijkt te bestaan. Het bestaat vrijwel geheel van de nabijheid van het beroemde national park Torres del Paine en we bereiden ons hier dan ook een paar daagjes voor op de tiendaagse trek die we in het park willen doen (de zog. Torres del Paine Circuit, die het massief omrondt) en regelen toestemming voor de honden. Dan verlaten we het dorpje langs de baai, waar witte zwanen met zwarte nekken en zwarte koppen tussen de kleurige houten vissersbootjes dobberen en rijden de 150 km (in Chili is dat dichtbij, omdat er niets is dat dichterbij is) over een onverharde weg door de bruine en lage Patagonische heuvels naar het NP Torres del Paine. Dan opeens doemt voor ons het bergmassief op; met zijn tot 3000 m hoge pieken is het gemiddeld 2000 m hoger dan de omringende heuvels en steekt als een hoog rotseiland uit de zee van lage heuvels omhoog. Het gebergte is in een ver verleden door een ondergrondse lavastroom omhoog gedrukt en stak als een brede richel ver boven de omgeving uit. Gletschers, weer en wind hebben diepe inhammen in de richel geslepen, waardoor de richel veranderde in een massief van de meest vreemdgevormde bergen en dalen.

    Guanaco We parkeren de auto, pakken onze rugzakken en beginnen aan de tiendaagse wandeling om het massief. Die begint met een wandeling door een vallei naar het uitzichtspunt over de drie "Torres del Paine" waar het park naar is vernoemd. Deze drie pilaren steken als een soort gladde stokbroden ver boven het dal uit en zijn zo steil en zo glad geslepen, dat er geen sneeuw op blijft liggen. De pilaren vormen de 2500 m hoge, verticale westelijke oever van een groen bergmeertje, dat aan de andere kant wordt begrensd door een hoge wal van stenen. Langs deze wal moeten we omhoog klimmen naar het uitzichtspunt, een steile klim heen en een "knee-popping" afdaling terug.

    De volgende etappe voert door heidevelden langs diepblauwe meertjes en langs de oever van het schitterende mintgroene gletschermeer Lago Nordenskjold. De mintgroene kleur van het water ontstaat doordat een gletscher tijdens het naar voren schuiven door het gletscherdal de ondergrond van het dal fijnmaalt en de stofdeeltjes in het ijs opneemt. Als het ijs smelt zweven de stofdeeltjes nog een tijd lang in het water rond en weerkaatsen het zonlicht zo, dat het water mintgroen lijkt. Het contrast met de diepblauwe niet-gletschermeertjes, die je vanaf de hoge bergwand naast het Lago Nordenskjold kunt zien liggen, is erg bijzonder. Het stormt erg hard die dag (alles ten zuiden van de 40e breedtegraad op dit continent staat bekend om zijn stormen en zijn onbestendige weer) en op de hoge berghelling waarlangs het pad loopt heb je maar weinig beschutting. Ik had van tevoren een beetje smalend gelachen toen ik in de trekkinggids las dat er af en toe mensen van het pad geblazen werden, maar het lachen verging me mooi toen ik zelf omwaaide en met tas en al in de doornstruiken naast het pad lag te spartelen. Daarna zat de schrik er goed in, de helling is behoorlijk steil en er zijn niet overal bosjes om je op te vangen. De wandeling eindigt onder de voet van drie bergen die de "cuernos" (horens) worden genoemd, beige bergen met zwarte koppen die erg op bokkepootjes lijken. Na drie dagen instantpasta begin ik al eten in de bergen om me heen te zien..en we moeten nog 7 dagen!

    de Cuernos We maken een uitstapje naar de Valle de Frances, een van de mooiste wandelingen tijdens de trek. De Valle de Frances is een smalle vallei tussen gletscherbedekte, 3000 m hoge bergen aan de westkant en de eigenaardige Cuernos en Torres del Paine bergen aan de oostkant. Achter ons (in het zuiden) loopt de vallei naar beneden toe af en hebben we een weids uitzicht over de sneeuwbedekte bergen van de zuidelijke Andesketens en daarvoor de groene en blauwe meren. De vallei eindigt in het noorden in een soort amphitheater; een grote mosvlakte omgeven door een ring van bergen, de een nog vreemder afgesleten dan de ander. We worden er stil van, zo mooi en indrukwekkend is het. Stil is het overigens niet; de hangende gletschers op de bergen in het westen van de vallei (Cerro Paine) breken regelmatig af en storten met veel geraas in de diepte. Daar worden ze opgevangen door een wild bruisende rivier die ze naar een van de vele meren afvoert.

    De route gaat verder naar het westen, om het Paine-gebergte heen en van daaruit naar het noorden langs het enorme gletschermeer Lago Grey, dat gevoed wordt door de 17 km lange gletscher Grey. Deze is op zijn beurt weer een uitloper van de 320 km lange, 14.000 km² grote ijskap Hielo Sur, de grootste ijskap buiten de poolregio's. Vanaf het pad hebben we steeds opnieuw prachtige uitzichten over de gletscher en het ijsveld erachter; een gigantische, oogverblindende witte vlakte, zover als het oog reikt. Af en toe steekt er een donkergrijs bergpuntje, deels bedekt met sneeuw bovenuit, dat het geheel een nog desolatere indruk geeft. Zo moeten grote delen van de wereld er in de ijstijd uitgezien hebben! Er is een camping bij de neus van de gletscher aan de oever van het meer. Af en toe zien we lichtblauwe ijsschotsen in het grijze water voorbij drijven, die van de gletscher afgebroken zijn en langzaam wegsmelten. Vanaf hier gaat de wandeling langs de berghelling, hoog boven de gletscher en het ijsveld, zodat je niets anders ziet dan ijs als je naar het westen kijkt. We voelen ons erg nietig. Het stormt hier nog harder dan voorheen en we moeten gebukt langs de onbeschutte helling lopen, om er niet afgeblazen te worden.
    Torres del Paine Omdat het is gaan regenen twijfelen we erg of we de 1400 m hoge bergpas over zullen gaan, we lopen de route in tegengestelde richting en de klim moet erg steil en glad zijn, vooral na regen. We gaan toch maar en ploeteren 800 m door de gladde modder omhoog tot de boomgrens. Daar is geen beschutting meer tegen de regen, die hier in een hagel- en later in een sneeuwstorm overgaat. En wij maar denken dat het hier zomer is. De honden bibberen van de kou en dus dalen we snel af door een soort maanlandschap van steen, keien, gruis en sneeuw. Na een uur bereiken we de boomgrens weer en daarmee een beetje beschutting tegen het slechte weer. Er volgt een vreselijk stuk door een moeras van zwarte modder, waar we soms wel 50 cm in wegzakken en ik bijna een schoen verlies. Eindelijk bereiken we de camping, maar het plankje over de rivier ervoor is niet stabiel en Coen valt met Manali onder zijn arm half in het water, waardoor zowel zij als de tent doorweekt zijn. Bij het opzetten van de tent blijkt dat de slaapzakken ook nat geworden zijn in de storm op de pas en dus wordt het een vreselijke, koude, natte en doorwaakte nacht. Om half zes is het eindelijk licht en gaan we snel wandelen om warm te worden. We hebben geluk; het is mooi weer en we kunnen alles 's middags drogen. De laatste twee dagen zijn vergeleken met de rest easy walks door prachtige bloemenweides langs een rivier, waar wilde ganzen broeden en gaucho's in traditionele kleren op ossekarren langsrijden. Tijdens een pauze heeft Shimal een aanvaring met een stinkdier. Het dier weert zich op eigen wijze en spuit groenige vloeistof in het rond, Shimal achterlatend met een bek die schuimt als het allerbeste afwasmiddel. We wassen het zoveel mogelijk uit, maar de stank blijft nog dagenlang hangen en het ruikt echt heel erg vies! De laatste 20 km lopen we over een steppe met prachtig uitzicht op weer een andere kant van de drie Torres del Paine, een uitzicht waar we geen genoeg van kunnen krijgen. Toch zijn we blij weer bij de auto te zijn; na 10 dagen een ca 1000 calorieendieet van instantpasta en kaakjes bij gemiddeld 6 uur klimmen en dalen is het enige wat nog dik aan ons is onze knieen en voeten en zijn we aardig toe aan goed eten en een zacht bed. Tot onze blijde verassing stuiten we op onze Zwitserse vrienden Adi en Tanja, waarmee we nog wat daagjes zittend, etend en drinkend doorbrengen voor we weer naar Argentinie teruggaan.

    Dorrit


    Als je wilt, kun je hier klikken om eerst over onze ervaringen in Argentinie te lezen, voor je verder gaat met het volgende deel van het reisverslag over Chili.


    Deel 2: De Carretera Austral (04.02.05 - 13.02.05)

    Geschreven door: Dorrit

    Gaucho Bij de grens geven we Rodrigo, een student uit Santiago, een lift naar Chile Chico. In dit kleine dorpje boeken we een ferry over het meer naar Puerto Ingeniero Ibanez aan de noordelijke oever, om zo 270 km slechte onverharde weg uit te sparen. We moeten drie dagen wachten tot we meekunnen en dat doen we aan een prachtig strandje met mooie groene bomen aan het internationale meer Lago Buenos Aires (Argentinie) / Lago General Carrerra (Chili). Het water in dit gigantische meer is diepblauw en als je aan de rand staat is het zo helder, dat je elke kiezel op de bodem kunt zien liggen. Het lijkt wel drinkwater. Rodrigo komt langs en vertelt ons dat er in het buurdorp Bahia Jara een volksfeest wordt gehouden en of we zin hebben mee te gaan. We rijden er heen en komen uit bij een veldje naast een estancia (grote veeboerderij), waar op grote balen hooi een podium is gebouwd en in stalletjes eten en drinken wordt verkocht. Mannen in traditionele gauchokostuums spelen een soort balletje balletje met een stuk bot waarin ijzer is geslagen. Een man gooit het bot en de rest zet geld in op welke kant boven komt te vallen. Een eind verderop is een stuk veld afgezet; hier kunnen deelnemers zich aanmelden om een van de wilde paarden te vangen, met een schapenvel te zadelen en erop naar de overkant van het veld te rijden. Het vangen en zadelen gaat de meesten goed af, maar er is niet een deelnemer bij die het tot de overkant van het veld redt, allemaal worden ze er na een paar meter door het paard vanaf gegooid en vliegen ze - sommigen met een mooie koprol - het veld in. Om 20:00 uur begint de live-muziek met dans. Een accordeonist en een gitarist spelen volksmuziek, waarop een dansgroep in mooie pakken - de mannen in zwarte pakken met rode sjerpen uit het Spanje van 2 eeuwen terug en de vrouwen in witte pofblouses en bloemetjesrokken met ruches - traditionele volksdansen dansen. Veel bezoekers van het feest kennen de dans en na drie rondes dansen veel van de deelnemers met de groep mee.

    langs de Carretera Austral We steken in twee uur over met de ferry en rijden dan de Carretera Austral op, de weg vanuit Puerto Montt naar het "zuiden" van Chili (hij gaat nu nog niet veel verder dan Chile Chico). Inderdaad is het hier veel groener en natter dan aan de oostkant van de Andes en het wordt een prachtige rit door een Zwitsers aandoend landschap naar Coyhayque. Ons plan in het National Park Cerro Castillo te gaan wandelen gaat niet door, want honden zijn alweer verboden; dit park dient (net als Fitz Roy) ter bescherming van een op uitsterven staande Zuid-Amerikaanse hertensoort. Daarvoor gaan we dan twee daagjes op een prachtige boscamping niksen. Beetje lezen, een stukje reis voorbereiden en de vele dazen van ons afgeslagen. We doen boodschappen in Coyhayque en rijden dan verder omhoog, door het National Park Rio Simpson. We rijden door een prachtig Alpenlandschap van groene grasheuvels vol grote paarse en kleine wit-gele bloemen, langs mooie in wit en pasteltinten geverfde houten huisjes en boerderijtjes waar ganzen en kippen scharrelen en mannen met grote zwarte hoeden kleine kuddes koeien langs de weg voor zich uitdrijven of ossenkarren overladen met hooi hun erf oprijden. Goudgele graanvelden liggen voor een achtergrond van sneeuwbedekte bergen met donkergroene naaldwouden. Op de voorgrond nog een happy little river en klaar is uw Bob Ross schilderij! Overal vinden we mooie plekken langs die happy little river waar we kunnen overnachten. Het is snoeiheet en dus brengen we de dagen door met lekker zwemmen in het glasheldere water, kleine stukjes rijden en lekker vakantie vieren.

    Colgante gletscher in NP Quelat Verder naar het noorden wordt het wat ruiger en passeren we spiegelgladde meertjes die hun groene oevers en de verderop gelegen bergen perfect weerspiegelen, we knipsen foto na foto weg. De weg wordt steeds smaller en slechter en is op sommige stukken niet meer dan een smal grintpad door een dichte jungle van gigantische bomen, bamboe, varens en een soort weegbree met bladeren van wel 2 m². Voor wegwerkzaamheden moeten we een halve dag wachten; de weg is tot 18:00 uur afgesloten. Als we dan verder mogen rijden blijkt het stuk nauwelijks te berijden; diepe modderkuilen (waar voor ons een vrachtwagen zich in vastrijdt), scherpe, uitstekende stenen en overal puin maken het erg moeilijk rijden. In National Park Quelat wordt de jungle nog dichter en lijken we tussen twee ondoordringbare groene muren door te rijden. We passeren een mooie diepblauwe fjord en bezoeken de Colgante gletscher, een mooie hangende gletscher. Over een zadel tussen twee bergen stulpt het lichtblauwe ijs naar voren, hoog boven het grijsgroene meertje waarin hij zichzelf in de vorm van twee grote en honderden meters hoge watervallen leeggiet.

    Door het prachtige Futaleufu-dal rijden we weer terug naar Argentinie, omdat we daar in het Lake District een aantal trekkings willen doen.

    Dorrit


    Als je wilt, kun je hier klikken om eerst over onze ervaringen in Argentinie te lezen, voor je verder gaat met het volgende deel van het reisverslag over Chili.


    Deel 3: Het Lake District (14.03.05 - 13.04.05)

    Geschreven door: Coen

    Via een weg over een pas die door een kaal berglandschap omhoogslingert rijden we weer in Chili. Het regent en het is koud. Gelukkig is onze eerstvolgende bestemming Aguas Calientes. De naam zegt het al: warm water. Dit heerlijke 40° C warme bad aan een rivier gelegen is extra lekker met de koude regen op ons hoofd. Rondom het complex zijn wat wandelroutes en nadat we met de honden wat hebben gelopen in het diepgroene bos vol mossen en alerces vinden we aan een rivier een mooie plek om te overnachten. Hier beginnen we met het voorbereiden van onze volgende trekking: 5 dagen rondom de vulkaan Puyehue.

    Aguas Calientes We hijsen onze tassen op onze rug en het begint gelijk goed. 1000 meter omhoog in 7 km en het regent. Steil omhoog, eerst door dicht bos met vulkaangruis op de bodem. Het regenwater heeft diepe geulen uitgeslepen. Hoe hoger we komen, hoe zwarter het puimsteen. We puffen in onze regenjassen die geen zuurstof doorlaten. Dan komen we eindelijk bij de refugio aan. Hier vinden we een verwarde Zwitser die de avond ervoor te lang was doorgelopen, verdwaald was en de hele nacht buiten had rondgedwaald. We hebben de kachel opgestookt en samen met twee Duitsers en twee Israeli een gezellige kampeeravond gehad.
    s' Morgens beginnen we een prachtige tocht door een Sahara-achtig vulkaanlandschap want alles is boven de boomgrens en sinds een vulkaanuitbarsting een paar jaar geleden helemaal kaal. Door het heldere weer hebben we schitterende uitzichten over de omliggende vulkanen; Osorno, Tronador en Lanin. We komen langs een kilometers lange zwarte stroom opgedroogde lava en in de verte zien we overal metershoge rookpluimen de aarde uitspuiten. Langs de kale en door sulfiet gekleurde bergen met overal brokken gele sulfietkristallen lopen we heuvel op en af. Bij een rivier waarvan de hele oever geel, oranje en grijs is en overal kokend water opborrelt, zetten we onze tent op. Voor onze tent heeft iemand een soort pool gegraven met lekker warm thermaalwater dus daar gaan we eerst maar eens inliggen. Zonnebril op en een soepje in de hand.
    s' Avonds begint het dan helaas weer te regenen.

    Citaat uit mijn dagboek:

    "...s'avonds begint het te regenen. Het regende erg hard, de hele nacht door. Toen werd het weer licht. Maar het begon nog harder te regenen en het begon erbij te waaien. We konden de tent alleen in regenpak uit. De regen en de wind doordrongen alles. We konden niet eens een kopje thee zetten. Zo hebben we de hele dag in de tent gezeten. Het was niet eens 1 minuut droog. De mensen naast ons in de tent gingen s'middags teruglopen, wij hoopten dat het nog droog zou worden zodat we de geisers konden gaan bekijken. Het hield alleen niet meer op met regenen, het begon alleen maar harder te stormen en het werd weer donker. Nog een erg ellendige nacht lag voor ons. Het regende en stormde onophoudelijk en midden in de nacht begon het erbij te onweren. Regen viel nog steeds met bakken zodat we met de tent in een plas stonden. En dat terwijl we het hoogste object in de omgeving waren, midden in een onweersbui. Het was een erg ellendige nacht. Ik was bang dat de buitentent zou wegwaaien en dat we daar in de middle of nowhere helemaal alleen met twee honden in de regen en de onweer zouden zitten. Gelukkig werd het weer licht. We zaten inmiddels al 36 uur non-stop in de regen
    . s' Morgens een paar mueslirepen met zwavelwater (de drinkwaterrivier had zich door de vele regen met het thermaalwater gemengd) weggespoeld en toen gauw de spullen ingepakt. Met alles nat en koud de regen in, het stormde hard en de regen zwiepte tegen ons en de honden. We zijn doorgestampt, heuvel op en heuvel af. Toen kwam de mist op zodat we erge moeite hadden de route te volgen. De enige orientering waren de bamboestokken en die konden we door de mist niet zien. Een paar keer vonden de honden het spoor en een paar keer moest Dorrit bij de laatste stok blijven staan en ging ik in veschillende richtingen op zoek naar de volgende stok. Het laatste stuk begon het er nog bij te hagelen. Wat waren we blij weer bij de refugio te zijn. Totaal verkleumd zetten we een thee. Het water moesten we eerst met een sok filteren want door de zware regenval was ook hier het drinkwaterstroompje tot een moddermassa aangegroeid..."


    We hebben natuurlijk geen zin om nog een nacht in de regen te overnachten dus we geven extra gas en lopen dezelfde dag nog een tweede dagmars terug naar de camper. We rijden naar een camping in Entre Lagos en met een chocorum en de kachel aan genieten we weer extra van onze auto.

    Na nog een bezoekje aan het thermaalbad Aguas Calientes om onze stijve wandelbenen wat goeds te doen rijden we naar Frutillar.
    Mooi uitzicht... Dit pitoresque dorpje ligt aan een meer met aan de horizon de vulkaan Osorno. Na Frutillar zijn we naar Puerto Varaz gereden. Beide dorpjes liggen in een gebied waar veel mensen van Duitse afstamming wonen dus er zijn veel Duits-koloniale huizen, blonde koppen en ook aan Kuchen geen gebrek.
    In Chili is het vaak lastig een goede plek voor de nacht te vinden omdat bijna elke m2 met een hek is afgezet. Toch vinden we vaak, soms na lang zoeken, een goede rustige plek. Het is herfst aan het worden dus we kunnen vaak ons bramentoetje bij elkaar plukken.
    Vulkaan Osorno We blijven nog even in de ban van vulkaan Osorno: Via een tocht door het woeste vulkaanlandschap met een wilde rivier waar grote lavabrokken in liggen, rijden we naar Petrohue, het uiterste puntje van een vulkanisch schiereiland. Via een door een modderlawine volgelopen vallei komen we aan een strand van zwart lavazand aan een perfect blauw meer omringd door groene bergen. Met uitzicht over de vulkaan Osorno camperen we hier 2 dagen. Een perfecte stek!

    Toen werd het weer tijd een stuk via de kust naar het noorden te gaan rijden. Eerst bezoeken we fort Niebla. Dit fort is deel van een Spaanse fortificatie, in de 17e eeuw versterkt om een aanval van de Hollanders af te slaan, aan een strategische monding van 3 rivieren. We slapen achter het fort en zien voor de 1e keer de Stille Oceaan. We wachten tot de zon achterin de brede baai ondergaat.
    Bedelende straatzeeleeuwen Voor we verder rijden bezoeken we Valdivia, een kuststadje, waar we een rondje over de vismarkt lopen. Hier bedelen enorme zeeleeuwen en aalscholvers als de laatste zwerfkatten om het visafval.
    Voor het eerst nemen we de geasfalteerde, goedonderhouden, 4 baans (en dure) Panamericana. Niemand hier heeft geld voor de Panamericana en afgezien van wat plastic bloemenverkopers rijden we bijna alleen door het door herfstkleuren getooide bos verder naar het noorden naar Pucon.

    Pucon is een toeristisch stadje van waarvandaan je vulkaan Villarica kunt beklimmen. Het is de meest actieve vulkaan in dit gebied en de magmastand in de krater is zo hoog dat je het vanaf de kraterrand kunt zien bubbelen.
    We verkennen het gebied rondom Pucon en bezoeken fantastische thermaalbronnen aan een rivierbedding met 5 baden, omringd door enorme keien. Als slaapplaats hebben we vlak voor Pucon een plekje in het bos gevonden waarnaar we elke avond terugrijden. De houtwerkers met hun 2 ossen, waarvan de koppen met een houten balk aan elkaar zijn gebonden, kijken er niet meer van op, als ze maar hun koffie van ons krijgen.
    We beklimmen de krater Aan de voet van een skilift beginnen de wandeltochten naar de kraterrand van vulkaan Villarica. We rijden erheen en beklimmen de vulkaan op eigen houtje tot aan de sneeuwgrens. Onderweg naar boven hebben we fantastische uitzichten over de onderliggende omgeving en over de vulkaan met haar witgrijze rookwolken die ze continue uitspuugt. s' Avonds kamperen we in een rivierbedding met uitzicht over de vulkaan. Toen het donker was, werd de krater door het opborrelende magma helder oranje verlicht. Het felle oranje licht laait op en dooft dan weer uit. Fantastisch!

    Ons volgende doel is een 5-daagse trekking rondom de Lonquimay vulkaan. Het is inmiddels echt herfst geworden en het regent veel. We doen wat dagwandelingen door het Lenga en Auraucaria bos. Als na een paar dagen de weersverwachting niet veel beter is, besluiten we het trekkingseizoen voor beeindigd te verklaren en de warmte op te gaan zoeken aan de kust.
    Eerst zijn we naar Chillan gereden waar een leuke, erg bonte boerenmarkt was. Hier verkopen de boeren hun waar en je kunt er alles krijgen. Hier heb ik mijn eerste completo gegeten (een soort hotdog met advocadosaus, hete uitjes en tomaat. Voor Chilenen een begrip en je krijgt het overal) en we vullen onze koelkast met boerenkaas, chorizo en wijn.
    Het landschap is inmiddels droger met kleine savanneboompjes en heuvels vol aangeplante dennenbomen. Aan de kust schijnt de zon volop. We zakken een paar dagen langzaam de kust af, wandelen veel over het strand en komen langs 2 zeeleeuwenkolonies.
    Kustlijn Als alles vol zand zit en de honden door de strandwandelingen weer op hun normale gewicht zijn, rijden we binnendoor richting het wijnstadje St Javier. Een onverhard weggetje gaat langs de kust door kleine nederzettinkjes met houten boerderijen en graanvelden en de boeren dragen stro sombreros. Onderweg krijgen we schitterende uitzichten over ongerepte baaien met rotsen, strand en zeevogels.
    De verloren druif... Onderweg naar Constitution komen we langs ontelbare houtplantages en kleine toch wel arme dorpjes waar veel indiaanse Chilenen wonen. Gelijkheid van kansen bestaat er ook in een welvarend land als Chili niet. In Constitution kopen we op de markt een 2,5 kilo zware zeevis en eten hier 3 dagen van.
    Voor St Javier begon de wijnroute door de wijngebied. We bezoeken een wijnhuis en kopen wat wijn. Onder andere een fles Carmenere. Een leuk weetje voor mijn vader: Deze druivensoort was door een ziekte in de plant sinds 1860 in Frankrijk uitgestorven en voor de wereld verloren verklaard. Een paar jaar geleden hebben vinologen de druif, verstopt als Merlot, in Chili weer teruggevonden.
    De wijnroute gaat verder door wat kleine koloniale wijndorpjes o.a. Yerbas Buenas en via onverharde weggetjes komen we langs veel koloniale wijnhuizen met grote veranda's, scharrelende kippen en Gaucho's te paard.
    Cerro Santa Lucia Hoewel we niet van plan waren naar Santiago de Chile te gaan, besluiten we er toch een dagje door te brengen, dus weer de snelweg op.

    We rijden het centrum van Santiago in en vinden een parkeerplaats. Dan lopen we naar de Plaza de las Armas en bekijken de kathedraal en het centrum. Alles is hier in het kader van de zojuist overleden Paus. In het park Cerro Santa Lucia picknicken we en hebben een mooi uitzicht over de stad. In het stadsdeel ParisLondres zijn de huizen gebouwd in een 18e eeuwse "neo-middeleeuwse" stijl met fraaie smeedijzeren balkons en hekjes. De rest van de dag sjokken we door Santiago met onze loopse hond...
    Bij het Palacio de Moneda, waar Salvador Allende door generaal Pinochet in 1973 van de troon werd gestoten, wisselen de militairen net de wacht. Sporen van een revolutie vond ik er niet.
    Chileense palm In het kader van de stadsbezichtigingen rijden we door naar de volgende grote stad: Valparaiso. Een leuke kuststad met een schattig centrum vol Jugendstil. Met een liftje uit 1800-nogwat gaan we omhoog en bekijken het bovenliggende stadsdeel. We slenteren langs kleurrijke 19e eeuwse houten huisjes en pensionnetjes, kerkjes en met kinderkopjes geplaveide straatjes.

    Voor we teruggaan naar Argentinie, bezoeken we nationaalpark La Campana dat vol staat met Chileense palmen, cactussen en loofbomen. Een mooie, 5 uur durende wandeling brengt ons naar een waterval, omringd door palmen en cactussen... Erg bijzonder in dit droge gebied.

    Coen


    Als je wilt, kun je hier klikken om eerst over onze ervaringen in Argentinie te lezen, voor je verder gaat met het volgende deel van het reisverslag over Chili.


    Deel 4: Norte Grande (15.06.05 - 06.07.05)

    Geschreven door: Dorrit

    Salina Grande (Arg.) In Jujuy (Argentinie) doen we nog wat kleine reparaties aan de auto doen en halen uitvoerpapieren voor de honden. Als we op het punt staan naar Chili te rijden horen we dat er in het gebied waar we heen willen die nacht een aardbeving van 7.9 op de schaal van Richter is geweest. Vanwege eventuele nabevingen wachten we het dus nog even af en rijden een paar dagen later via de spectaculaire Paso de Jama naar San Pedro de Atacama in Chili.

    Over een eindeloze zig-zagweg gaat het 2000 m omhoog naar de Argentijnse hoogvlakte, die bestaat uit uitgestrekte vlaktes met gele graspollen en groepjes grazende vicunhas, een soort kruising tussen een lama en een hert. We steken een stel grote zoutvlakten over, over een dijk die dwars door de perfect witte vlakte loopt en passeren midden op de vlakte een zout kapelletje. De overnachting in het grensdorp op 3700 m is erg koud; als we wakker worden zit er een dikke laag ijs op de binnekant van de voorruit.
    Vanaf de grens is het zo mogelijk nóg desolater dan in Argentinie, de altiplano (hoogvlakte) is omringd door berg- en vulkaanpieken in de verte en we passeren meerdere zoutmeren in allerlei bizarre kleuren, van diep donkerblauw tot donkerrood en zelfs gifgroen (met lichtgroen ijs aan de randen). Een effect van de algen die erin groeien en die de voornaamste voedselbron vormen voor de flamingo's die hier ondanks de barre temperaturen (tot -20°C ´s nachts) wonen. Alle meren hebben een witte zoutkorst rondom de oevers, die mooi afsteekt tegen de bruine woestijn eromheen.
    De Chileense douane in het oasedorp San Pedro de Atacama speelt tennis en heeft geen zin om te werken. Ze laten ons rustig een uurtje wachten, doen dan moeilijk over de honden en pakken onze drie aardappels, twee uien en twee knofloken af, want die mag je in Chili niet invoeren. Welkom in Chili.

    Paso de Jama San Pedro de Atacama is een oase in de droogste woestijn ter wereld. Meteorologische meetstations hebben hier nog nooit neerslag gemeten! Daar ziet de rest van de woestijn ook wel naar uit, maar in San Pedro hebben de bewoners de aanwezigheid van een riviertje helemaal uitgebuit en is het mooi groen. De huisjes zijn allemaal van leem gemaakt en er staat een schattig witgekalkt lemen kerkje uit de 17e eeuw. In het museum bekijken we veel mummies met vervormde schedels (babyhoofdjes werden zo afgebonden dat hun schedel de vorm kreeg die bij clan en status paste) en snuifdoosjes waarmee de shamanen de oervorm van cocaine opsnoven. Een gebruik waaraan de Spanjaarden met geweld een einde maakte, om - zoals het opschrift ons vertelde - plaats te maken voor de "nuevos valores christianos" (nieuwe christelijke waarden).

    We bezoeken de fantastisch mooie Valle de la Luna (maanvallei) in de buurt van San Pedro de Atacama, waar we eerst een mooie wandeling maken door een zoutkloof waarvan de wanden uit duizenden kleine, glinsterende zoutblokjes bestaan en waar het vervaarlijk kraakt. Dan rijden we door het park, dat er inderdaad uitziet als een maanlandschap, met prachtige rotsformaties in steenrood, paars, lichtroze met witte sedimentstrepen en overal een dun laagje zout dat schittert in de zon. De vlaktes lijken net metersdikke ijslagen te zijn, maar (ik heb geproefd) blijken uit zout te bestaan. We beklimmen een gigantische zandduin naar een uitzichtspunt om de zonsondergang te zien. Het lijkt wel een fantasielandschap voor een SF-roman: absoluut geen begroeiing, overal bizarre rotspunten die uit zandduinen steken, ten oosten van de vallei een uitgestrekte vlakte, daarachter de Andes, die hier uit louter vulkanen lijkt te bestaan en in het licht van de ondergaande zon vuurrood oplichten.

    Flamingo`s in de Salar de Atacama Ten zuiden van San Pedro de Atacama is de Salar de Atacama, een gigantisch zoutmeer dat nu (in de winter, dwz. mei-sept) opgedroogd is. Hier bekijken we een hele diepe, hele smalle kloof (Quebrada de Jerez) midden in de droge woestijn, die helemaal vol begroeiing blijkt te zijn. Met het water uit het kleine riviertje heeft de bevolking er een ware oase van weten te maken. Er groeien behalve hele bizarre bomen met spierwitte stammen zelfs eiken! De wanden van de kloof bestaan uit een soort zalmroze rotsblokken die eruit zien als opgedroogde kleibonken. Hier wandelen we met de honden die lekker in de modder spelen en dan weer met ons mee in de auto willen.
    In het midden van de opgedroogde Salar de Atacama zijn een aantal lagunes, waar een flamingo-broedkolonie is. Bij dageraad staan we kleumend met fotocamera en verrekijker in de aanslag aan de rand van de lagunes, en worden beloond met een hele groep fouragerende flamingo´s, die perfect weerspiegeld worden in het spiegelgladde lichtblauwe water.

    lemen Altiplanokerkje Calama, ten westen van San Pedro de Atacama, is een mijnwerkersstadje naast de grootste open kopermijn ter wereld: Chuquicamata. Hoewel de reisgids ons afraadt het water hier te drinken omdat het arsenicum bevat (slechts één van de nare bijverschijnselen van de mijn), tanken we toch maar water, want ons water is op en de lokale bevolking drinkt het water hier toch ook gewoon. We overnachten in het verlaten mijnwerkersstadje Chuquicamata, wier bevolking in delen naar Calama geevacueerd wordt vanwege de luchtvervuiling hier. We slapen bij het politiestation naast een bord met het logo van de Chileense politie en leger: "Carabineros de Chile, un amigo, siempre" (karabijnhouders van Chili, altijd je vrienden). Wat een ironie, na zoveel jaar dictatuur.
    De kopermijn is een enorme bouwput: 4 kilometer lang, 3 kilometer breed en 1 kilometer diep en men is van plan hem uit te bouwen tot 15 kilometer lang en 2 km diep. Vanaf de rand van de put kun je naar beneden kijken en zien hoe kleine speelgoedautootjes (waarvan de wielen bij nader beschouwing ongeveer drie keer zo hoog zijn als wij) met puin heen en weer rijden. Chili exporteert ca. 35 % van alle koper ter wereld en dat cijfer gaat steeds verder omhoog, omdat de Chilenen elke dag nieuwe voorraden ontdekken in de bodem.

    Vanuit Calama rijden we omhoog naar Arica in het uiterste noorden van Chili. Een deel van de dingen die we onderweg daarheen wilden zien is op het moment onbereikbaar doordat de wegen na de aardbeving ingestort zijn.
    De eerste 300 km gaan dwars door de Atacama woestijn, waar helemaal niets groeit, nog geen sprietje gras. Om ons heen alleen maar bruine zand- en steenheuvels, bruine vlakten en meer bruine heuvels. Af en toe passeren we de ruines van verlaten nitraatmijnstadjes, wier kerkhoven vol roestige bruine kruizen bijna meer oppervlakte innemen dan de stadjes zelf. We overnachten bij een heuvel met meer dan 350 precolombiaanse geoglyfen, een soort rotstekeningen van lama's, mensen, rondjes en vierkantjes. De dorpen hier zijn aardig beschadigd door de aardbeving van anderhalve week geleden, overal liggen brokstukken van gebouwen op de grond en mensen wonen in tentjes naast hun huizen. Ondanks de kracht van de aardbeving (7.9) is de schade redelijk beperkt gebleven, vooral omdat er geen tsunami achteraan kwam en de flats in de steden redelijk aardbevingsproof gebouwd zijn.

    Santa Laura fabriek Bij de stad Iquique ligt het spookstadje Humberstone, een verlaten nitraatmijn en bijbehorend mijnwerkersstadje uit de periode 1880 - 1960, dat de komst van synthetisch nitraat na de tweede wereldoorlog niet overleefd heeft en net als vele andere dorpjes en mijnen in de buurt is stilgelegd en verlaten. Hier woonden en werkten in de 40er jaren 4000 mensen en alles staat er nog, roestend en brokkelend. Het oostelijke deel is sinds de aardbeving afgezet en staat op instorten, de rest kun je nog bezoeken. Meer dan 4 uur lang slenteren we door lege straatjes, dwalen door de mijnwerkershuisjes en bekijken het openbare zwembad, dat geheel van roestend ijzer is en gemaakt is van een scheepswrak. Alles ziet er nog precies zo uit als in de hoogtijdagen in de 30er en 40er jaren: de kerk, de markthallen met de eerste "koelhallen", de winkeltjes en het theater, compleet met zware, roodfluwelen gordijnen, de school met de klassieke houten schoolbankjes en het ziekenhuisje. In een van de huisjes ontmoeten we een stel oude mannen die hier geboren en opgegroeid zijn en eens in de paar maanden een soort reunie hier organiseren, uit nostalgie naar de goede oude tijd in het mijnwerkersdorp, waar nog een gemeenschapsgevoel heerste. Althans, binnen je eigen klasse, want contact tussen de mijnwerkers en de hogere echelons bestond natuurlijk niet... Santa Laura fabriek Ze leiden ons rond in de villa van de eigenaar (de Brit Humberstone, vandaar de naam van het dorp), dat normaal voor publiek gesloten is. Een paar kilometer verderop is de mijn zelf, Santa Laura. Hier is ook een museum en mogen we overnachten van de opzichter en de eigenaar van het kleine barretje ernaast. De heren nodigen ons uit een pisco (een soort schnaps, waarvan zowel Peru als Chili beweren dat het bij hun vandaan komt) te komen drinken in de bar. Als we net binnen zijn begint ineens alles te bewegen, de flessen rammelen als gekken heen en weer en we maken gauw dat we buiten komen. De opzichter praat druk in zijn walkie-talkie en weet ons na een tijdje te vertellen dat het een aardbeving van 4 tot 5 op de schaal van Richter was, een van de vele nabevingen van de grote aardbeving van anderhalve week geleden.
    Gelukkig blijft het de rest van de avond rustig en is het alleen nog de fles pisco die die avond nog beweegt. De Chilenen worden erg dronken en drukken ons de ene fles pisco na de andere fles wijn bij wijze van cadeau in de hand. Weigeren is onmogelijk, en aan het eind van de avond rijden de heren stomdronken gewoon naar huis.

    llama in NP Lauca Nadat we de mijn (helemaal van roestend ijzer, met de machines er nog in) hebben bekeken rijden we nog eens 300 km door de droge woestijn en bereiken op de laatste druppels diesel Arica, want tankstations waren er niet. We overnachten aan het strand ten noorden van Arica, maar hoewel het strand schoon is en de stad met wat aangeplante palmpjes echt zijn best doet, is het toch niet wat ik van een pacific beach had verwacht. Alles is bruin: de heuvels achter het strand (blijft tenslotte Atacama woestijn), het strand, de lucht, zelfs de zee lijkt wel bruin! Er staan overal borden met vluchtwegen in geval van een tsunami, blijkbaar komen ze er hier niet altijd zo genadig vanaf als deze keer.
    Arica zelf is erg netjes en groen. We bekijken er het kleine ijzeren kerkje dat Gustave Eiffel gebouwd heeft en lezen onze emails, o.a. dat mijn zus Lisette zwanger is. Hoera!
    Helaas hebben we in Calama een griepje opgelopen, waardoor we nu een paar dagen moeten uitzieken. We proberen nog naar het national park Lauca te komen, dat in de bergen aan de Boliviaanse grens ligt, maar moeten terug naar Arica om uit te zieken.

    Parinacota en Pomerape Na een kleine week proberen we het nog eens en rijden weer de bergen in, van zeeniveau bij Arica (0 m) in 80 km naar 4.600 m in national park Lauca. In het schattige leemdorpje Putre, direkt onder een sneeuwbedekte berg op 3600 m hoogte gelegen, overnachten we tussen de struikjes en kleine boompjes, de eerste begroeiing sinds de oase van San Pedro! In de buurt borrelen hete bronnen midden op de altiplano uit de grond en via allerlei kanalen en pijpen wordt het hete water naar rustieke poeltjes tussen mooie dichte rietkragen geleid. Hier liggen we heerlijk in het 38°C hete water bij te komen van de hoogte. De volgende ochtend beginnen we de dag met een heet bad in de zon, kop French press koffie (met dank aan Ola en Suja) in de hand. Wat een luizeleven.

    vicunha in NP Lauca Las Cuevas is het beginpunt van het national park Lauca, en hier in de moerassen grazen hele kuddes vicunhas. Vanwege deze dieren is het national park oorspronkelijk opgericht: in 1970 waren er nog maar ca. 1000 over, intussen is het aantal vicunhas in het park alweer gestegen tot 25.000. Tussen de rotsen zien we ook voor het eerst vizcacha´s, een soort groot konijn met een lange pluimstaart (soort eekhoornstaart) die van rots tot rots springen alsof het apen zijn. Als we verder het park inrijden zien we ook de tweelingvulkaan Parinacota en Pomerape; twee perfect symmetrische vulkanen met besneeuwde toppen achter een uitgestrekt lichtgroen moerasveld vol llama´s, vicunha´s en alpaca´s (een soort kleinere llama dat eruit ziet als een wollig lammetje, maar dan groot). In het precolombiaanse leemdorpje Parinacota, dat op 4.500 m hoogte ligt brengen we weer een ijzig koude nacht door naast een rotsgebied vol vizcacha`s en rijden dan naar een groot meer aan de grens met Bolivia, waar het wemelt van de watervogels (flamingo´s, zwarte ibissen, Andino-meeuwen etc). Van daaruit gaat het door naar de grens en naar Bolivia!

    Dorrit


    Deel 5: Kerst 2005 (20.12.05 - 30.12.05)

    Geschreven door: Dorrit




    Als je wilt, kun je hier klikken om eerst over onze ervaringen in Argentinie te lezen, voor je verder gaat met het volgende deel van het reisverslag over Chili.


    Deel 6: Los Lagos II (.02.06 - .02.06)

    Geschreven door: Dorrit



      Embassy links   Language  
      Foreign embassies in Holland and Dutch embassies abroad
      Chilean consulate in Holland
      Foreign embassies in Germany and German embassies abroad
      Foreign embassies in Britain and British embassies abroad


      General links   Language  
      Go Chile - general tourist info
      Tourism and business promoters
      National tourism organization
      Info about Chiloe
      Chiptravel.cl SP
      Info about Chile
      Info about Chile

  • Onze top 5:

    1. Torres del Paine

    2. NP Lauca

    3. Carretera Austral

    4. Banhos de Caulle

    5. Valparaiso

    Tierra del Fuego

    De hoofdroute van San Sebastian naar Cerro Sombrero is erg slecht.
    Je kunt echter vanuit San Sebastian de goede weg richting Porvenir nemen en dan afslaan op de even goede weg naar Bahia Azul.

    Honden verboden

    1. NP Cerro Castillo

    2. NP Quelat
       (Glaciar Colgante)

    TIP

    De ferry van Chile Chico naar Puerto Ibanez kost voor een camper en 2 personen EUR 33 en duurt 2,5 uur.
    Hiermee bespaar je jezelf 270 km slechte gravelweg.

    TIP

    In Pucon zijn de beste thermaalbaden die van Termas de los Pozones ten noorden van de stad.

    TIP

    Schoon, warm en goedkoop douchen kun je aan de Panamericana bij de tankstations.