Home | Gastenboek | Over ons |

Panamericana   Eurazie   Voorbereidingen   Projekten   Het voertuig  
Nederlands   English


Onze route:

31.10.05:
  • Macara

    01.11.05:
  • Loja

    02.11.05 - 04.11.05:
  • Vilcabamba

    05.11.05 - 10.11.05:
  • Cuenca

    11.11.05:
  • Ingapirca

    12.11.05:
  • Riobamba

    13.11.05 - 09.12.05:
  • Quito

    10.12.05:
  • Banos

    11.12.05 - 12.12.05:
  • naar Peru





  •   Ecuador
    Op deze pagina beschrijven we onze ervaringen in Ecuador. Naast ons reisverslag vind je hier een aantal links naar informatieve sites, variërend van algemene informatie tot de adressen van de ambassades.

    Geschreven door: Coen

    Van ons laatste Peruaanse geld kopen we blikken tonijn en flessen bruine rum en dan rijden we naar de Ecuadoriaanse grens. Peru zijn we zo uit maar de Ecuadoriaanse grensambtenaren halen een paar truukjes uit de kast. Eerst is mijn geldige visum niet geldig, dan nemen ze mijn geldige paspoort af omdat het vals zou zijn en vervolgens worden de invoerpapieren in beslag genomen. Als de douanier in de auto ons bakje met Eurocenten ontdekt, denkt hij dat het Euros zijn en is dus voor twee Eurocent bereid alles door de vingers te zien. Voor deze royale fooi wenst hij ons zelfs nog een goede reis...en: "wees voorzichtig". Onderweg in Ecuador In het grensdorpje is de electriciteit uitgevallen en krijgen we geen diesel. Er blijft niets anders over dan hier te blijven. Ik ga naar de markt in het centrum. Het is hier bijna aan de evenaar een stuk warmer en dus zitten de bewoners in groepjes op hun veranda's of buiten aan tafeltjes. De houten uithangborden in groen, blauw en rood zijn door de zon verweerd. Boertjes zitten onder hun volgeladen groentekarren in de warmte te soezen en ik koop een verdacht riekend kaasje. De volgende ochtend is er weer stroom ("hay luz" horen we mensen uitgelaten tegen elkaar roepen) en dus doen ook de pompen van het tankstation het weer. Een militair noteert op een stuk papier ons toegewezen rantsoen van 10 gallon (38 liter) diesel, waarschijnlijk om smokkel tegen te gaan. Het centrum van Ecuador, van noord naar zuid, is een lange Andes-bergketen dus vanaf de grens slingert de weg bergop bergaf de hoogte in. Het zuiden is niet zo dicht bevolkt en is overwegend begroeid met palmbomen en begroeing die ik nooit in Ecuador had verwacht. Het lijkt soms wel centraal Europa! De kleine cowboyhoeden van stro kenmerken de Ecuadorianen.

    Via Loja rijden we door de lichtgroene glooiende heuvels naar het rustgevende dorpje Vilcabamba, prachtig gelegen tussen dichtbegroeide bergen en aan de rand van een nationaal park. Hier blijven we een paar dagen om te wandelen. We hebben een leuke tijd met het personeel en de gasten van het resort waar we parkeren en we zitten s'avonds tot laat aan de bar. Als we op een middag in de auto een thee drinken, zien we een vrachtwagen achteruit, onze kant op, de heuvel afkomen. Hij ziet ons niet en ramt zich zo in de zijkant van de camper. We worden met auto en al een halve meter weggeschoven. Niemand is verzekerd dus we blijven met de schade zitten. Met een grote voorhamer kan ik het ergste wel uitdeuken.

    Door een noordeuropees boslandschap rijden we verder. De heuvels staan vol naaldbomen, er groeien kleurrijke bermbloemen en we passeren kleine houten bruggetjes. In de dalen zijn de huizen gemaakt van verweerd grijs hout met lage overhangende daken en watermolens en in de weides staan zwart-witte koeien. Zon met blauwe lucht en grijze wolken wisselen elkaar af. Is dit Ecuador? In het stadje Cuenca De vrouwen lopen in kleurrijke rokken, hebben vlechten tot aan hun middel en dragen allemaal het kleine cowboy-hoedje van stro. Aan de kant van de weg verkopen restaurantjes gegrilld varkensvlees. De enorme opengesneden varkens liggen met hun poten uiteengespreid op een houten gestel. In de stad Cuenca blijven we 3 dagen. We fietsen een paar keer naar de stad, proberen tevergeefs een autoverzekering te kopen en liggen in en warm thermaalbad in de buurt. Het valt me op dat er in Ecuador een enorm verschil tussen arm en rijk is, nog veel groter dan in Bolivia en Peru. Groezelige jongetjes zonder schoenen maar enorm veel nieuwe autos en westerse producten. Door de invoering van de Amerikaanse dollar een paar jaar geleden, zijn de prijzen soms tot westerse hoogte gestegen, de lonen natuurlijk niet. In een westerse supermarkt staat een grote kerstboom bij de ingang, loopt er iemand in een rendierpak rond en roept de electrische kerstman z'n hohoho. We zijn een van de weinige bezoekers...

    Vanuit Cuenca rijden we naar Ecuadors belangrijkste Incaruines: Ingapirca. Via een landweggetje rijden we dwars door het dorpsleven. We zien varkens die aan een lijn worden uitgelaten, families die wasdag in de rivier hebben en opvallend veel nieuwe huizen met kitscherige spiegelruiten. We horen later dat deze nieuwe huizen van Ecuadorianen zijn die, vaak illegaal, op plantages in de VS hebben gewerkt. De ruines van Ingapirca Samen met twee Fransen delen we een gids en krijgen een interessante tour langs de Incaruines. We komen langs badruimtes, de ruimtes waar de Inca koning met veel te veel maagden woonde en langs vele trapezevormige deurposten in de typische Inca stijl, die door hun stevige constructie alle aardbevingen overleefd hebben. De Incas waren op het gebied van astronomie erg vergevorderd. In Ingapirca hebben de archeologen een steen met 28 gaten gevonden. Met water gevuld en in een bepaalde positie geplaatst, weerspiegelen de 28 gaten een bepaalde sterrenformatie. Met een andere steenconstructie wisten de Inca s precies te bepalen wanneer de equinox plaatsvond en wanneer ze moesten zaaien of oogsten.

    Via het stadje Riobamba rijden we over de zog. "Avenida de los Volcanos" (de laan der vulkanen) richting Quito. Helaas zien we door de laaghangende mist geen enkele vulkaan, daarvoor echter wel veel Ecuadorianen in klederdracht, in sommige dorpen ook de mannen. De weg gaat omhoog en omlaag, door de slechte (maar wel erg goedkope) diesel heeft de motor geen kracht en gaat alles erg langzaam. Omdat Dorrit´s oma ernstig ziek is, rijden we in een keer door naar Quito om een vlucht naar Nederland te boeken. Het stadsverkeer van Quito is afgrijselijk: iedereen scheurt asociaal om het hardst in veel te nieuwe autos zonder verzekering. Na wat zoeken vinden we vlak bij het vliegveld een hotel ("Paraná") waar we in de tuin mogen kamperen. Okee, de ramen trillen in hun sponningen bij het opstijgen van de vliegtuigen maar er is gras voor de honden, een bushalte voor de deur, stroom en een badkamer. Daar kan ik het de komende 2 weken wel mee doen. Binnen twee dagen hebben we een ticket naar Amsterdam gevonden en de volgende ochtend vroeg zwaai ik Dorrit al uit.

    Twee weken lang zal ik me nu met de stad Quito bezig houden. Wat me het meeste opvalt is de Amerikaanse invloed hier. Op elke hoek van de straat is wel een Burger King, Mac Donald of Pizza Hut. Je kunt er boodschappen doen in enorme Amerikaanse shopping malls en de stad is vol grote verlichte reclameborden. Tussen de nieuwe autos voor het stoplicht scharrelt een arme vrouw met een baby op haar rug, verkoopt een blind iemand in een Telefonica-pak telefoonkaarten en rennen groezelige jongetjes met rolletjes pepermunt langs de autos. Als ik in de iets betere woonwijk achter het vliegveld de honden ga uitlaten, valt me op dat de mensen hun huizen tot gevangenissen hebben gemaakt. Bijna ieder huis is omgeven door hoge hekken en heeft een eigen gewapende bewaker. Sommige huizen hebben naast hun Dobberman ook hoogspanningskabels op hun muren. Het lijkt bijna een straf te zijn om hier genoeg geld te hebben en toch is dat het enige waar iedereen mee bezig is. Direkt voor het hotel word een bus beschoten en uitgeroofd, in het winkelcentrum worden 2 mensen op klaarlichte dag beroofd (hoewel er voor elke winkel een bewapende bewaker staat) en de krant puilt uit van de misdrijven... De volgende dagen breng ik onder andere koffiedrinkend met een jongen uit de Dominikaanse Republiek door die ik een paar dagen geleden in een Syrische shoarmazaak had leren kennen en ga ik langs bij de Colombiaanse ambassade waar op dat moment een kolonel van het leger aanwezig was. Ze raden ons allemaal af om op dit moment met een camper door het zuiden van Colombia te rijden, omdat het leger daar net een zware campagne tegen de (FARC-)rebellen aan het voeren is. Straattheater in Quito Verder ga ik regelmatig met de bus de stad in. Elke dag is er in de bus een nieuwe show aan de gang van mensen die iets willen verkopen. Van CDs met rustige babymuziek en ruisende watervallen tot receptenboeken, muziekinstrumenten, de 15 allerlekkerste chocolaatjes voor 0,25$ en zelfs rappers die met ghettoblasters een hele dansshow weggeven. Op woensdag, zaterdag en zondag bezoek ik Rigoberto. Hij is Nederlander en zit al 6 jaar in Quito in de gevangenis. De omstandigheden zijn vreselijk. Buitenlanders worden gediscrimineerd en de gevangenen zijn voor fatsoenlijk voedsel en kleding afhankelijk van familie en vrienden. Bovendien zijn geweld, wapengebruik en afrekeningen aan de orde van de dag. We eten samen en kletsen, heen-en-weer lopend op de binnenplaats, onze uren weg. Op de binnenplaats loopt een haan met 1 oog... In Vilcabamba hadden we Dave leren kennen, een Schot die tijdelijk in Quito woont en werkt. Met hem en zijn huisgenoten breng ik ´s avonds veel tijd in de stad door. Er zijn de hele week festiviteiten in het kader van de onafhankelijkheid van Quito en de oude stad is één grote optocht. Opgetuigde wagens, veel folklore, dans en muziekfestivals op straat. ´s Nachts gaan we zelfs op een Chiva mee, een vrachtwagen vol zingende, feestende en drinkende mensen. Bovenop de vrachtwagen speelt een blaaskapel. We rijden en hossen een tijdje mee tot aan de oude stad en rollen dan terug. De balans na 4 dagen feest: 64 doden en een paar honderd gewonden.

    Dan komt Dorrit terug. Als ik haar ophaal heeft ze er 60 uur over gedaan van Amsterdam naar Quito, eerst door een stop-over in New York van 24 uur en toen doordat het vliegtuig in Quito vanwege het slechte zicht niet kon landen. Hierdoor moest het naar Panama terugvliegen en daar de nacht doorbrengen. We kletsen bij en s'avonds gaan we naar een origineel Indisch restaurantje dat ik in de stad heb ontdekt. Bovendien maken we, nu we niet door Colombia kunnen rijden, nieuwe plannen. Begin mei gaan we terug naar huis en we besluiten de laatste paar maanden van onze reis door te brengen met dat wat we het liefste doen: wandelen, kamperen en de bergen en bossen in en dat kan het beste in het Chileense en Argentijnse Lake district (Los Lagos), waar net de zomer en het trekkingseizoen is aangebroken. Bovendien moeten we onze terugkeer voorbereiden: vlucht boeken, verscheping regelen, CVs schrijven en alvast via het internet de eerste sollicitaties versturen.

    Een koloniaal straatje in Quito De volgende dagen bekijken we samen de oude stad van Quito. Er zijn mooie koloniale kerken en gebouwen en veel oude gerestaureerde straatjes. Koloniale stijl en moderne architectuur wisselen elkaar af. Hier heeft niemand kapotte plastic schoentjes, lopen er geen oude kromgegroeide sjouwers en bedelt er niemand. Een contrast met de straatjes waar ik doorheen liep op weg naar de gevangenis. De volgende dag gaan we naar "La Mitad del Mundo" ("de helft van de aarde") oftewel de evenaar. We gaan naar een leuk museum en doen allerlei tests die te maken hebben met de evenaar. Ik laat bijv. een ei op een spijker balanceren en we zien hoe water op de evenaar zonder kolk wegloopt, 2 meter ten noorden ervan met een kolk de ene kant en 2 meter ten zuiden ervan met een kolk de andere kant op wegloopt. We bekijken opgezette jungledieren, schieten met een indiaanse blaaspijp en zien een aantal trophy heads; hoofden van overwonnen Indianen die door een kookproces tot vuistgrootte gekrompen zijn en zo makkelijk aan de riem van de overwinnaar meegedragen kunnen worden. Dan is het tijd om Quito te verlaten en naar onze laatste doel in Ecuador te rijden, Banos. Een stuk voor Banos zien we de (een paar jaar geleden nog erg actieve) vulkaan al boven het dorp uittorenen. s'Avonds liggen we dan, het dorp heet tenslotte niet voor niets Banos, in het donker in het 40°C hete thermaalwater, omgeven door groene planten. Boven ons stort een verlichte 200 meter hoge waterval in twee delen naar beneden. Wauw, wat een uitzicht! We douchen onder het koude water van de waterval en vallen daarna in de auto als een blok in slaap.

    Tussen de bananenplanten Vanuit Banos rijden we de bergen uit, richting de kust. Het berglandschap gaat over in een junglegewas met rieten dorpjes tussen de bananenbladeren. De stalletjes aan de kant van de weg zijn tot de nok toe gevuld met allerlei soorten fruit. Een oud mannetje met een stoppelbaard en een ossekar verkoopt kokosnoten. Dan beginnen de bananenplantages. Als door een groene tunnel rijden we kilometers lang dwars door de plantages en links en rechts van ons hangen grote gele trossen tussen de enorme bananenbladeren, heel de weg tot aan de Peruaanse grens.

    Dag Ecuador, te vaya bien. Op de radio horen we dat in Bolivia de arme stakende boeren hun zin hebben gekregen en de socialistische, niet-blanke Evo Morales tot president is gekozen. Dat zal er, mede door de invoering van de US Dollar, voor Ecuador wel niet inzitten...

    Coen



      Embassy links   Language  
      Foreign embassies in Holland and Dutch embassies abroad
      Foreign embassies in Germany and German embassies abroad
      Foreign embassies in Britain and British embassies abroad


      General links   Language  
      Ecuador Tourism Board
      Travel Guide Ecuador
      Travel Guide Ecuador
      Travel Guide Ecuador
      Travel Guide Ecuador with booking system
      South American Explorers Club

    Our top 3:

    1. Vilcabamba

    2. Cuenca

    3. Ingapirca

    TIP

    Overnachten in Quito: Hostal Parana, Av. Amazonas en Rio Curaray, t.o. het vliegveld.