|
|
|
Onze route:
25.05.02 - 26.05.02:
Oslo
27.05.02:
Oslo
Hedda
28.05.02 - 30.05.02:
Dalen (Telemark)
31.05.02:
Haukeligrend
01.06.02 - 02.06.02:
Roldal
Odda
03.06.02:
Lofthus
04.06.02:
Kinsarvik
05.06.02:
Eidfjord
06.06.02:
Steindalsfossen
Bergen
07.06.02:
Voss
08.06.02:
Gudvangen
Naeroyfjord
09.06.02:
Vik
Balestrand
10.06.02:
Olden
Briksdalsbre
11.06.02:
Geiranger
12.06.02:
Valldal
13.06.02:
Trollstigen
Andalsnes
14.06.02:
Bud
15.06.02:
Atlanterhavsvegen
Averoy: Bremnes
16.06.02:
Trondheim
Mosjoen
17.06.02:
Mo i Rana
18.06.02:
Bodo
19.06.02:
Skutvik
Svolvaer (Lofoten)
20.06.02 - 22.06.02:
Lofoten: Ballstad,
Hauklandstrand,
Eggum, Trollfjord
23.06.02:
Vesteralen: Harstad
24.06.02:
Lyngenfjord
25.06.02:
Alta
26.06.02 - 28.06.02:
Mageroy
Knivskjelodden
Nordkapp
29.06.02:
Karasjok
|
|
|
Noorwegen |
|
|
|
|
|
|
Op deze pagina beschrijven we onze ervaringen in Noorwegen. Naast ons reisverslag vind je hier een aantal links naar informatieve sites, variërend van algemene informatie tot de adressen van de ambassades.
Geschreven door: Dorrit
25.05.2002
Vanmorgen zijn we laat wakker geworden. Tegen een uur of één opgelucht camping Torsby achter ons gelaten en
naar Noorwegen gereden. Het was nog steeds vrij regenachtig, daardoor had het bos een sterk sprookjeseffect.
We hadden gedacht dat we aan de grens (EU-buitengrens) tenminste paspoortcontrole, zo niet controle van onze
voorraden (je mag maar errug weinig invoeren hier in Noorwegen) zouden krijgen, maar de grenspost was niet eens
bemand! De rest van de middag zijn we door schitterende bossen, heuvels, boerendorpjes en dergelijke naar Oslo gereden.
We hebben eerst een beetje rondjes gereden in Oslo, want we hadden geen kaart en we moesten een goede rustige
buitenwijk vinden om veilig te kunnen overnachten. Al vlug heb ik echter achterin een wegenatlas van Europa
een plattegrondje van Oslo gevonden en hiermee hebben we een prachtige plek op loopafstand (half uurtje) van het
centrum gevonden.
26.05.2002
Op miraculeuze wijze was na een dag en een nacht stortregen de zon doorgekomen en we hebben de hele dag
schitterend weer gehad!
Het eerste doel van vandaag - want op de route naar het centrum van Oslo - was het Frogner- of Vigelandpark.
Hier bevinden zich eindeloos veel beeldhouwwerken van Gustav Vigeland, Noorwegen's bekendste beeldhouwer. Het
zijn voornamelijk mensen in alledaagse bezigheden, die hij afbeeldt, best wel mooi. Het park was best bijzonder,
maar helaas was alles een beetje te geconcentreerd naar mijn smaak: alle beelden stonden in een rij in het
midden, met als centrale punt de beroemde mensenzuil: een soort obelisk uit gebeeldhouwde mensenlichamen.
We zijn niet te lang gebleven, want we waren nog een hoop van plan vandaag. In het park van het koninklijk
paleis, aan de rand van het centrum, hebben we lekker op een bankje van de zon, de eendjes met jonkies in de
parkvijver en de bloeiende bomen en struiken om ons heen genoten. Als werkeloze zwerfjongere moet je toch wat
met je vrije tijd, nietwaar?
Het koninklijk paleis was niet echt bijzonder, beetje als Buckingham Palace, maar dan kleiner, dus zijn we
oorgelopen naar het Rådhus, een enorm betonblok, bekleed met bakstenen uit de dertiger jaren.
Niet mooi, wel groot.
Op de kade ervoor hebben we nog een half uurtje in de zon rond zitten kijken, toen onze luie lijven een paar
meter richting Akers Brygge verplaatst en de haven vanuit dit perspectief nog es een tijdje vanaf een bankje
bekeken. We hebben nog een beetje rond het kasteel / de vesting geslenterd en vervolgens door de winkelstraat
gekuierd - ook hierbij hebben we ons op elk pleintje onmiddelijk op een bankje laten zakken - maar intussen
waren we moe van het luieren en zijn teruggegaan.
27.05.2002
Eén ding wilden we in Oslo nog zien, en dat was het Nasjonalgalleriet (nationaal museum).
Naast een enorme hoeveelheid Noorse schilders (Edvard Munch, J.C. Dahl e.a.) resideert hier ook een collectie
impressionisten, dus we waren benieuwd. Het museum was inderdaad heel boeiend, maar na ca 3 uur hadden we pas twee van de drie verdiepingen gezien en waren helemaal verzadigd. We hebben de derde
verdieping dan ook gelaten voor wat ie was en zijn nog even de stad ingegaan.
Om een uur of vijf zijn we richting de Telemark gaan rijden. We staan nu in Hedda, waar we morgen de staafkerk
(een typisch Noorse houten kerk met bijzondere houtsnijwerk-versieringen, o.a. drakenkoppen aan de dakpunten)
gaan bekijken.
28.05.2002
De staafkerk van Hedda was erg mooi, maar helaas was slechts 20% ervan nog origineel;
de overige 80% waren bij de restaurering in 1954 vernieuwd.
Intussen kwamen de touringcars het parkeerterrein oprijden, daarom maakten we gauw dat we wegkwamen, op naar
Dalen. Op de kaart een klein stukje, maar we vergaten dat deze kaart niet 1:300.000 was, maar 1:800.000.
We hebben dan ook vier uur in de auto gezeten, maar wat een rit! Noorwegen is wat natuur betreft echt het
allermooiste land dat ik tot nog toe gezien heb in mijn leven: eindeloze wouden in duizenden verschillende
kleuren groen, meren, eilandjes, ruige (deels besneeuwde) bergtoppen, noem het maar op! Zo mooi, dat we zelfs
bij dit regenachtige weer ogen tekort kwamen. Voor de auto was het een minder plezante rit, met hellingen van
12%, haarspeldbochten etc., maar wij hebben ervan genoten.
29.05.2002
Vandaag was eigenlijk de eerste dag op onze reis dat we echt slecht weer hadden: het heeft echt de hele dag
geregend en hard ook. We hebben niet veel gedaan, beetje de folders van het toeristenbureau doorgelezen en in
de bieb geinternet, verder een beetje in de camper gezeten. Dat laatste was eigenlijk heel aangenaam:
hanglampje, kaarsje en geitenwollen sokken aan, thee en cappuchino gedronken, als het koud werd even de kachel
aan... kortom: heerlijk knus à la "zachtjes tikt de regen tegen 't zolderraam".
30.05.2002
Hoera, de regen is opgehouden, gauw de wandelschoenen aan. Eerst naar het hotel van Dalen, een 18e eeuws gebouw
in de stijl van een oud-noorse staafkerk. Je mocht er ook als niet-hotelgast even naar binnen om te kijken, van
binnen leek het net zo'n 19e eeuwse Engelse herenclub, met exclusieve leren fauteuils, zijden behang,
schilderijen, notenhouten tafels ed.
Daarna zijn we begonnen aan een wandeling van slechts 4 km (8 km retour), maar - zo waarschuwde de dame van het
toeristenbureau ons nog - wel "very steep". Gaf niks, riepen we nog. Dat hebben we geweten. Als vliegen langs de
muur zijn we de bergwand steil omhooggekropen, soms haast op handen en voeten. Ik kreeg het al benauwd als ik
alleen al aan de terugweg naar beneden dacht. Maar we werden ervoor beloond met de mooiste uitzichten die je je
kunt voorstellen: voor ons in de diepte het Bandak-meer en Dalen, omgeven door steile, met bos begroeide bergen
en watervallen, achter ons besneeuwde bergtoppen van het rotsgebergte een eind verderop. Wel een beetje gek om
sneeuw te zien, eind mei!
In het dorpje Eidsborg hebben we pauze gehouden. Er was een openluchtmuseum met houten huisjes uit de 17e eeuw,
waarvan de daken begroeid waren met mossen, gras en zelfs jonge berkjes.
De afdaling terug naar de camper werd een drama, maar uiteindelijk zijn we toch heelhuids beneden aangekomen.
31.05.2002
Vandaag ging het richting de fjorden. De weg erheen (Haukelistrasse) werd in de reisgids al hoog aangeprezen en
inderdaad overtrof het onze verwachtingen. Noorwegen is zo ongelofelijk mooi! De rit voerde eerst door groene
weiden met schaapjes (en lammetjes, want lente), omgeven door rotsklippen en met naaldwoud begroeide bergen,
afwisselend langs bruisende riviertjes met kleine watervalletjes en spiegelgladde meren, alles heel idyllisch.
Het geheel leek wel wat op Oostenrijk in de zomer. Tot we ergens halverwege de bocht omgingen... van het ene op
het andere moment reden we tussen de besneeuwde bergen, net de Alpen aan het eind van de winter. Heel bizar,
gezien het feit dat het eind mei is en we op nog geen 1000 meter boven de zeespiegel zitten!
Tussen deze bergen hebben we een overnachtingsplek gevonden en na het eten nog een avondwandeling gemaakt.
Een uurtje of elf 's avonds was het nog licht, maar wel een heel raar soort licht. Het was net of het door een
glazen koepel werd gefilterd. Hierdoor zag alles er heel surreeel uit. We zijn een stuk tussen de bergen
doorgelopen, naar een geheel bevroren meer (het was ca. 5 graden buiten). Het contrast tussen de donkerbruine
rotskleur en de spierwitte sneeuw was heel intens, daartussen leek het meer wel turquoise. Ik kreeg haast het
gevoel op de maan te lopen. Midden in deze wildernis liep een eenzame vos de oevers van het meer af te struinen,
op zoek naar voedsel...
01.06.2002
Prachtig weer, strakblauwe lucht, nog intenser door de spierwitte sneeuw. Door schaars verlichte tunnels zijn
we richting het westen gereden. Net onder Odda hebben we de Låtefossen bekeken (en gefotografeerd natuurlijk),
een waterval die een vrije val van 164 m heeft. Niet misselijk!
Na een uitvoerige bewonder-sessie zijn we doorgereden naar Odda, een heel lief dorpje van houten huisjes tussen
twee bergruggen ingeklemd in een fjord-dal. Daar hebben we ook onze eerste fjord gezien: de Sørfjord.
Bijzonder was, dat het water niet dezelfde kleur had als alle meertjes en riviertjes die we tot nog toe gezien
hadden, maar een intense mintgroen/turquoise zeekleur had. Het leek een beetje als op sommige plekken op de
Atlantische Oceaan (is ook hetzelfde water, natuurlijk). Het rook er ook als aan het strand of bij een zeehaven,
en dat terwijl je tussen de beboste bergen stond!
Omdat we nog even lekker in de zon wilden zitten, zijn we - op zoek naar die ene mooie plek - net boven Odda
een klein zijweggetje ingereden richting Skjeggedal. Het weggetje bleek steil omhoog de bergen in te gaan, een
hele mooie rit, maar met 3.2 ton en 75 PK ging het niet sneller dan 20 km/uur. In Skjeggedal hebben we een mooi
plekje aan een meertje gevonden. Er staat ook een stel Zwitsers, die wilden zeker ter afwisseling eens een
bergvakantie doen, ofzo...
02.06.2002
We gaan we eerst terug naar Odda, waar we wat meer informatie over deze streek en de wandelroutes willen halen.
Vanuit Odda was er een wandeling naar de Buarbre, één van de gletscherarmen van de Folgefonna. Wij de auto geparkeerd, de
wandelschoenen aan en op naar de gletscher. Het eerste stuk (ca 5 km) was easy over een weggetje dat ook voor
uto's nog toegankelijk was. Daarna werd het echter rapide moeilijker: het pad werd een steeds smaller wordend
paadje, we moesten soms over rotsblokken klimmen, soms door de modder waden en hier en daar over houten plankjes
over steile, kolkende watervallen balanceren om verder te komen. Bij de tweede waterval was het plankje half
weggevaagd, dus ik heb pas na veel aarzelen en met trillende pootjes de overkant bereikt, voelde me daarna
echter best dapper... Een eindje klauteren stonden we voor een hele grote, wild kolkende waterval waarvan het
houten "bruggetje" netjes aan de overkant nog in de winterplaats lag. Nergens - ondanks een stuk klimmen en
dalen langs de oever - hebben we een geschikte oversteekplaats gevonden en omdat het intussen al half zes was
en we er nu wel genoeg van kregen hebben we het opgegeven en zijn weer teruggeklauterd. Jammer. Maar er komen
nog meer gletschers, en die zijn veel beter te bereiken.
03.06.2002
Vandaag zijn we doorgereden naar het volgende dorpje: Lofthus. In Lofthus kozen we voor de
"Monnikstrap"-wandeling; naar een stenen trap aan de bergwand, die in de dertiende eeuw door monniken was
aangelegd. De weg erheen bleek vrij steil omhoog te gaan en duurde enkele reis al meer dan drie uur. Het bleek
ook om een hoogteverschil van meer dan 1000 meter te gaan! Het uitzicht over de fjord met de besneeuwde bergen
en watervallen was echter meer dan de moeite van het klimmen waard. Achter ons begon de Hardangervidda, een
enorme hoogvlakte met rotsen en mos in allerlei kleuren, vóór ons lag de steil aflopende berghelling en heel
in de verte onderaan het dorpje met zijn fruitboomgaarden aan de fjord. De fjord leek van deze afstand wel heel
mintgroen tegen de donkere wanden van de bergen ernaast. De terugweg was iets sneller maar net zo inspannend.
Gelukkig was het niet meer zo heet en benauwd als op de heenweg (vandaag toch weer rond de 26 graden).
04.06.2002
Vandaag hebben we het een beetje rustig aangedaan. Bij de Bosch-dienst in Lofthus hebben we nog naar die rare
ratel in de motor laten luisteren en hebben nu voor morgenochtend een afspraak gemaakt om de dieselpomp te laten
controleren en eventueel opnieuw te laten afstellen.
Verder hebben we niet veel meer gedaan dan een beetje gelezen, gitaar gespeeld en onze moeie ledematen
uitgerust.
05.06.2002
De monteur keek naar de motor en stelde vast: de ontsteking stond 2 graden verkeerd
afgesteld. De motor loopt nu een stuk rustiger en heeft veel meer power... maar de ratel zit er nog in!
Dat moet dus wat anders zijn, misschien toch de vacuumpomp? We blijven alert.
Vanuit Lofthus zijn we direkt naar Eidfjord gereden: een fantastisch mooie rit langs de fjordarmen van de
Hardangerfjord. Je zag steeds weer een nieuwe bergpunt uit het water oprijzen, naarmate je verder reed.
In Eidfjord wilden we de Vøringsfossen-waterval bekijken, dus hebben we twee wandelingen aan elkaar geknoopt en
hebben uiteindelijk meer dan zes uur gewandeld. We waren eigenlijk niet van plan weer een steile bergwand te
beklimmen, maar de berg die we deze wandeling opmoesten, bleek nog steiler te zijn dan de Mönchtreppen! Met
pijnlijke knietjes hebben we ons weer ca. 1 km de hoogte in gesleept, toch de Hardangervidda-hoogvlakte op.
Deze wandeling was de zwaarste en steilste tot nog toe (misschien m.u.v. Dalen), maar het uitzicht maakte ook
nu weer veel goed. Vervolgens liepen we over de Hardangervidda zelf, tussen heideplanten, mossen, rotsen en
kleine berkjes. Zo stel ik me de toendra in het hoge noorden ook voor, maar dan minder warm. Het was nl. ook
vandaag weer snikheet, Noorwegen bevindt zich op het moment in een hittegolf die het in geen decennia meer
heeft gekend.
In de verte konden we de waterval Vøringsfossen al zien liggen, maar tot nog toe leek het weinig indrukwekkend.
Dichterbij gekomen bleek echter waarom hij zo bekend is: van ca. 1000 m hoogte spoot het water langs de bijna
verticale rotswanden in een kloof naar beneden, daarbij zoveel damp veroorzakend, dat je er meerdere regenbogen
in kon zien.
Naast de watervallen was een hotel met parkeerplaats, waar bus na bus ladingen toeristen uitbraakte, die
allemaal hooguit vijf minuutjes naar de watervallen keken, toen snel wat te eten / drinken kochten en de bus
weer in verdwenen...
Via wandeling twee ging het weer terug naar beneden. Deze wandeling was zo makkelijk als de eerste moeilijk was
(behoorlijk dus): het bleek de oude autoweg door het dal naar beneden te zijn. Er is nu een nieuwe weg door de
tunnel, dus de oude weg is voor auto's verboden en wordt als wandelpad gebruikt. De weg slingerde zich om de
ene na de andere berg door het prachtige Måbødal; een smalle kloof met hoge, vrijwel verticale wanden en
beneden in de diepte een kolkende rivier; we kwamen weer eens ogen tekort! Op sommige plaatsen was een deel van
de rotswand naar beneden gestort en nog maar net opgeruimd. De kraters in het wegdek van de vallende rotsblokken
waren nog duidelijk te zien, lekker idee als je daar zelf langs moet lopen. Beetje sneller gelopen dan anders dus.
06.06.2002
We zijn om een uur of acht letterlijk ons bed uitgedreven. Vandaag is het nog warmer dan gisteren! Het eerste
stuk reden we over een éénbaansweg, dwz. één baan in totaal, voor zowel heen- als teruggaand verkeer, met
slechts hier en daar een uitwijkplaats. Het was wat lastig rijden, met aan de ene kant een bergwand steil
omhoog en aan de andere kant een afgrond met in de diepte de Hardangerfjord, maar het uitzicht over de fjord
was prachtig!
Eerste doel van vandaag waren de Steindalsfossen: een grote waterval waar je achter het vallende water kan
staan, dwz. onder de overhangende rots tussen de bergwand en het water dat over de rots heen valt. Het was
allemaal weer heel indrukwekkend. Een veel voorkomend woord - indrukwekkend - sinds we in Noorwegen zijn, maar
wat je hier ziet is nou eenmaal niet te vergelijken met bv. het Loetbos.
Na dit spectakel ging het door naar Bergen. In de buurt van het centrum van Bergen vonden we een prima
parkeerplaats in een rustige straat, waar we de camper achterlieten.
Door de oude wijkjes met houten huisjes en smalle steegjes met kinderkopjes zijn we - gewapend met een fles
whiskey-jus d'orange en een pak mariakoekjes - een avondwandeling naar de stad begonnen. Bergen had de zomer in
zijn bol, alle terrassen zaten vol, de kade bezaaid met mensen, wat viel er nog te wensen, voor ons begon nu
echt de lol... (sjalalalala etc.)
De haven lag vol met boten en in het avondrood zagen de oude houten huisjes uit de Hanzetijd en de oude scheepjes aan de kade er wel heel mooi uit.
07.06.2002
We zijn vanochtend weer door de oude straatjes naar het centrum gelopen en hebben op de vismarkt de onderdelen voor een heerlijke brunch
gekocht: een flinke moot gerookte zalm en een gerookte makreel. Bij de bakker een brood gekocht en toen op naar
een bankje in het park. De vis bleek een tien keer betere kwaliteit te hebben dan we gewend zijn, vooral de
zalm.
Na ons helemaal volgepropt te hebben zijn we naar een ander park geslenterd. We waren lam van de hitte, het was
volgens de plaatselijke krant 36 graden in de zon. Moeilijk te geloven zo vlak onder de poolcirkel, maar onze
buitenthermometer wees 's avonds in de schaduw 28 graden aan, dus waarschijnlijk klopte het wel aardig... en
dat in Bergen, waar het volgens de Lonely Planet 275 dagen per jaar regent! Je kunt maar mazzel hebben.
Vervolgens hebben we nog een oud wijkje in een ander stadsdeel ontdekt en "gedaan". Allemaal witte houten
huisjes met hobbelige straatjes en straatlantarens uit de 20er jaren, het was heel schattig. Deze wijk (Nordnes)
eindigde bij een soort schiereiland met op de punt een park en een uitzichtspunt over de haven en de eilandjes
voor de kust. Hier hebben we lekker een uurtje op een bankje van het uitzicht en het mooie weer genoten. Het was
de enige plek in heel Bergen waar nog een beetje wind was en het nog een beetje uit te houden was.
We verlieten Bergen richting Voss, volgens de reisgids het bekendste wintersportoord in Noorwegen.
Nu, in de zomer, is het een centrum voor wie van paragliding, rafting, bungee-jumping e.d. houdt.
08.06.2002
Ontbeten hebben we aan een picknick-bankje direct aan het mooie bergmeertje, daarna zijn we opgebroken richting
de Naerøyfjord.
In Gudvangen, aan het begin (of het eind?) van de Naerøyfjord gingen boten richting het toeristische plaatsje
Flåm. Er stonden minstens 5 lege touringcars op de parkeerplaats en in de souvenirswinkels aan de aanlegsteiger
wemelde het van de Japanse, Duitse, Franse en andere bustouristen. Allemaal werden ze op een klein bootje
gepropt, slechts 20 % kon buiten staan en van de fjord genieten, de rest moest met deze hitte binnen
zitten/staan. Blij dat we een camper hebben!
Vanuit de aanlegsteiger ging een klein weggetje een stukje langs de Naerøyfjord omhoog naar Bakka (drie
boerderijen en een kerkje) waar we de bus hebben geparkeerd en een prachtig stuk hebben gewandeld. Ter ere van
deze mooie overnachtingsplek hebben we ons op een zelfgemaakte pinha-colada getrakteerd en tot 23 uur heerlijk
buiten gezeten met het mooiste uitzicht dat je je kunt voorstellen: steile rotswanden aan beide zijden van de
fjord, glad mintgroen water, grasgroene velden en donkergroene bossen op de onderste bergflanken, in de verte
de onvermijdelijke besneeuwde bergtoppen... In één woord: prachtig!
09.06.2002
Vandaag beloofde weer zo'n snoeihete dag te worden, we hoorden dat het hier warmer is dan waar dan ook verder
in Europa, inclusief de Canarische eilanden!! Heel Noorwegen ligt dan ook buiten in zwemkleding of zwemt een
beetje in de fjorden. We hebben vandaag niet echt veel gedaan, beetje gereden richting de Jostedalsbre.
De rit was wederom schitterend: eerst een 8%-helling omhoog tot ca 950 meter boven zeeniveau, waar sneeuw en
ijs nog regeerden, vervolgens een even zo steile helling aan de andere kant van de berg weer naar beneden met
uitzicht op een groene vallei met aan het einde van het dal aan het uiterste puntje van de Sognefjord het
dorpje Vik. Daar zijn we met de ferry de Sognefjord overgestoken: een schitterend uitzicht op de verschillende
fjordarmen en - jawel, daar zijn ze weer - besneeuwde bergtoppen!
10.06.2002
Lekker buiten in het zonnetje ontbeten aan een meertje. Ja, het is weer prachtig weer vandaag, het houdt maar
niet op! Vandaag hebben we een eind gereden, misschien niet in afstand, maar wel in tijd! Bergop, bergaf,
bergop, bergaf over 8% en steilere hellingen, meestal in de tweede versnelling, langs bergmeertjes van het
blauwste water, eeuwige sneeuw, zig-zag weggetjes, houten dorpjes, groene valleien enz. We moesten een aantal
keer om groepjes schapen slalommen, die gewoon over de weg liepen. Ik kreeg een onwijs Heidi-gevoel bij het
horen van al die schapenbellen in de bergen.
Door het prachtige Oldendal, langs het 11 km lange Oldenvatn-meer dat een intense donkere mintkleur had, reden
we naar de Jostedalsbre-gletscher. Een stel Drentenaren had al gewaarschuwd voor de hordes Japanners die zich
- dik aangekleed, compleet met muts en handschoenen, hoewel het meer dan 25 graden was - op paardenkoetsjes
naar de gletscher lieten rijden. We kwamen er echter pas om een uur of zes aan, dus we hadden de gletscher voor ons alleen!
De gletscher was
prachtig. Een imposante ijsmuur, die zich als een witte steenlawine tussen twee bergwanden naar beneden
uitstrekte. Van dichtbij bleek het ijs niet wit, maar blauw te zijn! En niet een beetje lichtblauw, maar -
vooral in de diepere kloven tussen de ijsschotsen - van een hele intense diepblauwe, haast donkerblauwe kleur.
De onderste twee gletscherarmen lagen als de voorpoten van een Sphynx voor de gletscher uitgestrekt tot aan
het riviertje dat uit het smeltwater werd gevormd.
11.06.2002
Vanmorgen na het ontbijt zijn we naar Stryn (nee, niet Strijen) gereden, op zoek naar een nieuwe vacuumpomp.
De ratel wordt nl. steeds erger. De monteur bij de VW-garage herkende de ratel meteen (daarmee is hij de eerste)
en zei dat je hiermee nog duizenden kilometers kunt doorrijden en dat we de pomp beter in Polen konden vervangen.
Opgelucht gingen we verder naar Geiranger, over prachtige bergpassen op 1000 meter hoogte met eeuwige
sneeuw, nog bevroren meren etc. Bovenaan hebben we het prachtige uitzicht over het Geirangerdal genoten, een
hele smalle fjord die aan alle kanten was ingesloten door zeer steile bergwanden, het leek wel een hele diepe
pan met onderin een laagje water.
Achteraf bleek hier net deze week een Nederlands meisje 500 m naar beneden
gestort te zijn. We zagen dan ook overal rode kruis medewerkers die de heuvels uitkamden op zoek naar haar
lichaam.
12.06.2002
Voor de wandeling die we vandaag wilden lopen hebben een heel stuk langs de autoweg omhoog moeten lopen. Een saai stuk in de uitlaatgassen van de zich
omhoogslepende dieselcampers en -bussen. Daarna werd het beter: eerst een grintpad en vervolgens een heuse
klimpartij zoals we er intussen al een paar hebben meegemaakt hier in Noorwegen. Het einddoel mocht er echter
wezen: een spectaculaire waterval die van een rotspunt in een groen dal naar beneden donderde. Het beste was,
dat je via een smal rotspaadje onder de rotspunt kon komen, achter de waterval zelf. Een stuk beter dan de
Steindalsfossen, hoewel de waterval zelf niet zo groot was. De holte achter de waterval had echter veel meer
weg van een grot dan die in Steindal, bovendien waren er door de moeilijke weg erheen nauwelijks andere
toeristen.
Aan de Adelaarsweg, een zigzagweg steil omhoog hebben we nog een laatste blik op de Geirangerfjord en de
omringende sneeuwbedekte bergen geworpen; het uitzicht hiervandaan was naar mijn mening het beste wat we tot
nog toe van de Geirangerfjord gehad hadden.
We hebben overnacht in Valldal (veelbelovende naam), aan de vooravond van onze afdaling van de Trollstigen,
met uitzicht over de fjord, bergen en bootjes.
13.06.2002
Vanochtend zijn we vertrokken uit Valldal, door een hoogvlakte dat eruitzag als een maanlandschap: bizarre
rotswanden met sneeuw en mos bedekt, weer heel anders dan alles wat we tot nog toe hebben gezien. Noorwegen
blijft me verbazen, steeds denk je nu het allermooiste te hebben gezien, en dan zie je de volgende dag toch
weer iets dat minstens zo mooi is, zo niet mooier. Helaas was er geen mogenlijkheid even te stoppen en dit
landschap op de foto te zetten :o(
We hebben onderweg bovendien de Gudbrandsjuvet bekeken: een 5 meter brede en 20 meter diepe kloof waar zich een
nogal brede rivier doorheen moest wringen. Een gekolk en geschuim van jewelste, het zag er heel gaaf uit.
Aan het einde van deze hoogvlakte begon de Trollstigen, de 12 % afdaling die deels uit de rotswand is uitgehakt,
deels op stenen muurtjes is opgebouwd. Van bovenaf had je er een mooi uitzicht op, mits je bereid was je door
drommen Franse, Duitse, Japanse etc.etc. bustoeristen te wringen om ook wat te kunnen zien.
De Trollstigen zag er van bovenaf heel eng en spannend uit en was in de brochures ook zo beschreven. Een beetje
voorzichtiger dan anders begonnen we dan ook aan de afdaling... deze bleek echter niets erger of gevaarlijker
dan vele anderen die we intussen al hier in Noorwegen hebben gereden, dus het zal wel vooral de kwaliteit van
de marketing zijn geweest, die het zo bekend heeft gemaakt.
Het was voorlopig de laatste echt steile bergroute, want we gaan nu richting de kust. In Åndalsnes hebben we in
de bieb gemaild en aan de website gewerkt, de middag vloog om.
14.06.2002
Het regent, maar dat geeft niet, want we zijn toch de halve middag bezig geweest het Zweden-verslag online te zetten.
Onderweg naar Molde was het weer weer bijgedraaid, de hemel was weer strakblauw en onderweg wilden we nog even
snel de Trollkirke bekijken, een stel kalksteengrotten die vrij bijzonder moeten zijn. Volledig uitgeput waren
we vijf uur later weer beneden, na weer een erg steile bergwand en een hoop geklauter over soms toch wel erg
gladde rotsblokken. Echt het soort wandeling waar ik gek op ben. De Trollkirka was echter heel mooi: via een
soort brandtrap daalde je eerst een meter of twintig recht naar beneden af in het voorportaal van de grot,
vanwaar je door kon lopen naar het "middenschip". Een geheel witte kalkgrot waar in een rond uitgeslepen bekken
een ca 20 m hoge waterval neerstortte, op de grond om ons heen allemaal spierwitte, rond afgesleten kalkblokken
die ten dele door het glasheldere water waren bedekt en boven ons een spelonk in het "dak" van de kerk, waar
het daglicht doorheen kwam.
Tegen een uur of acht zijn we doorgereden richting de Atlantikstrasse. We hebben aan de kust overnacht in het
plaatsje Bud. Bud is een schattig vissersdorpje met alleen maar houten
huisjes in allerlei kleuren (vnl wit, rood en blauw). We hebben een schitterende uitzicht over het dorp, de
Atlantische oceaan (glad en heel blauw) en de vele groene rotseilandjes (Schären) ervoor. De bergen zijn hier
duidelijk minder steil en rotsachtig dan in het fjordgebied, het zijn meer groene heuvels en weilanden, het is
weer een heel ander landschap dan gisteren...
15.06.2002
Hoogtepunt van vandaag was duidelijk de Atlanterhavsvegen ofwel Atlantic road.
Onderweg van Bud naar de Atlantic road hebben we een heel stuk door een soort duinlandschap gereden. Het enige
verschil met de duinen in Nederland en Belgie is dat de ondergrond hier niet uit zand, maar uit rotsen bestaat.
Af en toe vingen we een glimps van de oceaan en de Schären voor de kust op, het smaakte naar meer! De meeste
Schären zijn kleine rotsjes die uit de zee oprijzen, helemaal rond en glad afgeslepen door het ijs uit de ijstijd.
De wat grotere zijn ook wat puntiger en meestal begroeid met gras en mos, soms ook wat heideplanten.
Door een verkeerde afslag kwamen we per toeval bij een heel klein en erg pittoresque vissersdorpje uit, met
louter donkerrode houten huisjes. Hier hebben we een mooie kustwandeling over de rotsen gemaakt, de zilte
zeelucht opgesnoven, lekker nostalgisch. Na zoveel bizarre fjorden en bergen ben ik toch wel weer blij wat
vertrouwds te zien, even de zintuigen een beetje pauze gunnen.
Opvallend is, dat de zee hier ongelofelijk helder is, je kunt tot ver van de kust de bodem nog zien! Daar hoef
je in Scheveningen niet om te komen. Waarschijnlijk wordt dit ook veroorzaakt door het feit dat de zeebodem
hier niet van zand maar van rots is.
Na deze meer dan verkwikkende pauze zijn we doorgereden naar de Atlantic road zelf. Deze weg bestaat uit een
aantal bruggen over meerdere grotere Schären naar een wat groter eiland (Averøy), waar we een grot wilden
bezoeken die al 10.000 jaar voor Christus door mensen bewoond was. De weg bood een prachtig uitzicht over
de kust en de oceaan.
In Bremnes de wandelschoenen aangetrokken en door het heidelandschap naar deze grot gelopen. Een smalle ingang,
daarachter een hoge stapel stenen (om de vijand buiten te houden?) en daarachter ineens een 80 meter diepe,
ruime en hoge grot. Een bizar idee dat hier 12.000 jaar geleden al mensen woonden. Het landschap hieromheen
schijnt nog precies hetzelfde te zijn als in die tijd, we hebben er nog wat rondgelopen en nog wat oude
opgravingsplaatsen bekeken, maar er was weinig meer van te zien.
16.06.2002
Trondheim gedaan. Het viel me een beetje tegen, misschien ook door het slechte weer dat we er hadden. We
begonnen met de kathedraal, die van buiten erg bijzonder was met zijn enorme facade vol
beeldhouwwerken, maar van binnen vrij gewoon was. De kroonjuwelen konden helaas niet bezichtigd worden vanwege waterschade.
Trondheim bleek volledig uitgestorven te zijn. Ja, het regende en het was zondagmiddag, maar zo uitgestorven
heb ik nog niet veel steden van die omvang gezien. De oude brug en de houten huisjes op palen aan de rivier
waren wel aardig, maar door het volledig ontbreken van mensen leek het in de regen toch wat troosteloos. We
hebben nog het uitzicht over de stad vanaf de vesting op de heuvel geprobeerd, maar door het slechte weer was
er van de Trondheimfjord en de kust rondom de stad niet veel te zien. We besloten dan ook niet veel langer te
blijven rondhangen en zijn uiteindelijk nog een heel eind richting het noorden gereden.
Onderweg kwamen we nog langs het plaatsje Hell. Hier hebben ze op het treinstation een goederen-opslagplaats,
in het Noors "gods expedition". Heel aardig hadden ze dus een uithangbord boven de deur met de text
"Hell, Gods expedition"....
17.06.2002
Vandaag hebben we voornamelijk gereden en dus niet veel beleefd. We zijn van Trondheim naar Mo i Rana gereden,
een lelijke industriestad aan een mooie fjord. Morgen rijden we door naar Bodø en vandaar
willen we naar de Lofoten.
Het landschap heeft een duidelijk ander karakter dan in "Fjord-Noorwegen". Minder ruig, meer zoals in Dalarna
in Zweden: veel bos, bergen (echter niet zo scherp gepunt en steil als in het fjordgebied) en meren, heel veel
prachtig blauwe meren. Daartussen donkerrode boerderijtjes en grazige weiden.
18.06.2002
De weg omhoog ging via de E6 ofwel de "Noordkaaproute". De naam E6 doet vermoeden dat het hier om een
meerbaanse autosnelweg gaat, maar het is een weggetje van net twee auto's breed, dus je kunt tegenliggers maar
met moeite passeren. Daarvoor loopt de weg wel door een heel mooi natuurgebied en is dus heel prettig te rijden.
Weer een mooie rit, het landschap heeft zich sinds gisteren niet veel veranderd. Een uitzondering vormde het
Poolcirkelplateau net boven Mo i Rana. Dit was een stuk hoger gelegen en had een toendra-achtige natuur. Bij de
poolcirkel zelf hebben we nog de onvermijdelijke foto van onszelf voor het poolcirkel-paaltje gemaakt, daarna
zijn we zo snel mogelijk weggegaan van die kermis daar! Onderweg zijn we weer een aantal van die typisch Noorse
tunnels gepasseerd. De tunnels hier zijn niet zoals in Nederland of Duitsland netjes met beton of tegeltjes
afgewerkt, je rijdt gewoon door de uitgehakte rotswand met hier en daar een geel lampje dat de tunnel schaars
verlicht.
We hebben lang gezocht naar een slaapplaats en zijn uiteindelijk midden in het centrum van Bodø geeindigd.
Hier hadden we een prachtig uitzicht over het oude vissershaventje, waar we nog een middernachtswandeling
hebben gemaakt. Omdat we intussen boven de poolcirkel zitten, gaat de zon niet meer onder en lijkt het ook 's
nachts alsof het midden op de dag is.
19.06.2002
We hebben Bodø achter ons gelaten en zijn richting Skutvik gereden, op naar de Lofoten!
We reden weer door een prachtig natuurgebied met meren, bossen en kale bergen die dezelfde loodgrijze kleur
hadden als de lucht erachter. We wilden eigenlijk in Skutvik overnachten en morgen de 2 uur durende oversteek
naar Svolvaer op de Lofoten maken, maar toen we aan kwamen rijden hoefden we maar een half uurtje op de pont
te wachten, dus gingen we gelijk mee. Het was een schitterende overtocht, we hebben ondanks de kou lekker
buiten gezeten en genoten van het uitzicht over de zee, de golven, de donkere wolken en de bergtoppen in de
verte. Vooral de scherpe rotspieken van de Lofoten waren erg mooi.
Bij aankomst in Svolvaer begon het enorm te plenzen, voor ons geen middernachtszon dit keer.
20.06.2002
Het is onwijs slecht weer! Regen, storm, zelfs hagel en sneeuwvlokken!
In het erg toeristische centrumpje van Svolvaer hebben we boodschappen gedaan en folders gehaald.
De rest van de middag hebben we de folders doorgelezen en de route over de Lofoten voor de komende dagen
uitgestippeld. Het regende nog steeds pijpenstelen en we besloten dan maar een beetje over de eilanden te gaan
rondrijden, zodat we in elk geval de dingen die we willen zien gezien hebben. Datgene wat de Lofoten zo
bijzonder maakt - de scherpe rotspunten die als een rij wolvetanden recht omhoog steken - kunnen we door de
laaghangende regenwolken niet zien. Maar de rotseilanden voor de kust wel. Bovendien hebben we onderweg zowel
een zeehond als een zeeadelaar (de laatste van heel dichtbij) gezien.
De zog. pittoresque vissersdorpjes vielen een beetje tegen, maar de mooie natuur maakte dat ruimschoots goed,
ondanks het slechte weer.
21.06.2002
In de loop van de ochtend hield het op met regenen en na verloop van tijd kwam zelfs de zon weer door.
Uiteindelijk is het een prachtige zomerdag geworden, hoewel de voorspellingen zo slecht waren. Waarschijnlijk
is alle regen gisteren al gevallen...
We zijn eerst een stukje gaan cruisen, vervolgens wilden we in Ballstad een kustwandeling maken. Schitterend
uitzicht over de kust en de rotseilandjes ervoor, de baaitjes met vissersscheepjes in het diepblauwe
oceaanwater en de met mos en heide begroeide bergwanden achter ons. Nu het helder is, zie je ook de scherpe
punten van de rotsen recht omhoog steken. Een heel bijzonder gezicht, vooral omdat er geen glooiende overgang
lijkt te zijn tussen de volledig vlakke moeraslandschappen en de vrijwel verticale bergwanden eromheen: de
bergen staan echt in een hoek van bijna 90 graden op het land.
Een eind verder aan de westkant van het eiland zijn we naar het Hauklandstrand gereden. Je weet niet wat je
ziet: tussen de groene bergwanden was een baaitje met een geheel wit zandstrandje aan het turquoise oceaanwater.
Het leek wel een tropisch eiland! Bij het uitstappen herinnerde de temperatuur van 12 graden ons er weer aan
dat we niet op de Canarische eilanden maar een stuk boven de poolcirkel zaten, maar dat maakte het allemaal
alleen maar bijzonderder!
Als echte die-hards hebben we de klapstoelen onder de arm genomen en zijn op het strand gaan zitten. We hadden
helaas geen bier, maar daarvoor wel een super uitzicht op de oceaan en de bergen om ons heen. We konden als het
ware onbelemmerd tot aan Groenland kijken! Die-hard of niet, na een uurtje waren we echt tiefgefroren en zijn
doorgereden naar Eggum, waar we wilden overnachten. Het was het eerste echt pittoresque plaatsje dat ik op de
Lofoten heb gezien, vol houten huisjes in allerlei kleuren, direct aan de kust.
22.06.2002
Om half twaalf gisterenavond hebben we nog een 2,5 uur durende nachtwandeling gemaakt langs de kust van het
eiland. Schitterend! Het was ten dele opgeklaard, zodat we lekker vaak de zon zagen. Precies om 0:00 uur kwam
hij echt door. Grappig genoeg hing boven ons hoofd een zeer plaatselijke regenbui, zodat we van onder onze
plu - we waren voorbereid - op een rotsblok in de regen naar de middernachtszon zaten te kijken.
Door de regen tekende zich achter ons tegen de groene bergwand een hele mooie middernachtsregenboog af. Op de
één of andere manier lijken de kleuren van het gras en de regenboog in de middernachtszon veel intenser dan
anders. Het heeft een beetje wat weg van de laatste zonnestralen vóór een enorme bui. We hebben tot twee uur
's ochtends heerlijk in het zonnetje gelopen, toen zijn we toch maar naar bed gegaan.
Ons laatste doel op de Lofoten was de Trollfjord, die de Lofoten van de Vesterålen scheidt. Een vreselijk mooie
fjord, met steil aflopende bergpieken en groene eilandjes in het midden van de fjord. Wat kan ik erover
zeggen... het beste kun je het zelf gaan bekijken!
We besloten vandaag nog naar Melbu, op de Vesterålen te rijden, zodat we morgen op tijd voor het
midzomernachtsfeest in Harstad kunnen zijn. Harstad is volgens de folders het culturele centrum van de hele
streek, de stad waar het allemaal gebeurt. Vandaag zijn er de Noorse "Festspille" gestart, met jazz-optredens
e.d., we zijn benieuwd.
Met de pont zijn we van Fiskebøl (Lofoten) naar Melbu (Vesterålen) gegaan, een mooie overtocht van een half
uurtje.
23.06.2002
Harstad bleek verder weg dan verwacht, we hebben tot ca half vijf in de auto gezeten. De bergen en dalen op de
Vesterålen zijn niet zo bizar als die op de Lofoten, de punten zijn minder scherp en hoog, al met al oogt het
wat landelijker. Onderweg hadden we een heel mooi uitzicht op de "Lofoten-wall", de enorme rij spitse
"bergtanden" van de Lofoten, deels met sneeuw bedekt.
Aangekomen in Harstad gingen we meteen naar de stad, op zoek naar de parties. Een beetje rondgevraagd bij de
plaatselijke twintigers, die ons allemaal naar de Trondenes-kerk verwezen. Daar lag de brandstapel inderdaad al
klaar en werd (tot onze verbazing al om zes uur) ook al vrij snel na onze aankomst aangestoken. Een enorme fik
met grote vuurtongen, maar omdat het vooral spaanplaat was, was het snel voorbij. Ons viel op dat er maar
weinig mensen waren, en dan vooral jonge gezinnen met kleine kinderen. Maargoed, de jeugd zou vast wat later
komen..
Eerst maar es terug naar de camper, gegeten, gitaar gespeeld en een halve fles whiskey voorgedronken (speciaal
voor deze avond bewaard!) tot het een uur of elf was; toen hebben we de twintig minuten durende wandeling naar
de Trondeneskerk nog maar weer eens aanvaard.
Daar was niemand.
Volledig ontgoocheld zijn we (weer twintig minuten lopen) naar de stad terug gelopen. Dáár zou dan toch zeker
wel wat te doen zijn? Bij de camper kwamen we een stel Schwarzwälder tegen, die ook al vertwijfeld op zoek
naar wat actie waren, en samen zijn we de stad ingetrokken. In de stad liep een gozer die wel een feest te
vinden wist. Dit bleek een soort nachtclub met uitsmijter te zijn waar ze NOK 130 (EUR 18) entrée vroegen!
En dat terwijl er vrijwel niemand binnen zat! We hebben vriendelijk doch dringend bedankt en zijn onze roes uit
gaan slapen.
Midzomernacht in Noorwegen: je hoeft er echt niet voor om te rijden.
24.06.2002
Ook vandaag hebben we het grootste deel van de dag in de auto gezeten, we zijn van Harstad naar de Lyngenfjord
gereden. Weer een mooie rit, maar ik heb in Noorwegen nog geen niet-mooie rit meegemaakt! Ook de Lyngenfjord is
weer prachtig. Weliswaar geen steil aflopende oevers, maar daarvoor gletscherbergen, wad-achtige bodem bij eb
en schitterend blauwgroen water. Het weer doet ook weer leuk mee: het wordt hier weliswaar niet echt warm
(ca 16 graden) maar het is dag en nacht zonnig en helder hier. Na het eten hebben we nog een mooie
middernachtswandeling door het bos gemaakt. Hier groeien onder andere orchideeen in het wild! Om een uur of
half twee waren we weer terug, het zonnetje scheen nog heerlijk...
25.06.2002
Alleen maar gereden vandaag. We zijn gestopt in Alta, de laatste grotere stad voor de Noordkaap.
Onderweg ernaartoe werd het landschap steeds kaler, er kwamen steeds minder bomen én... we hebben onze eerste
elanden en rendieren gezien. Eerst een elandenfamilie die vlak voor ons de weg overstak, toen wat kuddes een
eindje verderop in de velden en vervolgens een elandenjong dat over de weg liep en nog even naar ons stond te
kijken. Helaas was ik nog bezig de lenzen van de fotocamera te verwisselen toen dit gebeurde en toen ik
eindelijk klaarzat met m'n camera was het dier natuurlijk al in geen velden of wegen meer te bekennen...
26.06.2002
De weg naar de Noordkaap toe was alleen al de moeite van de omweg waard. Links de meest noordelijke fjord van
Noorwegen, de Posangerfjord, rechts kale of slechts ten dele met mos begroeide rotsen. De rotsen hier zien er
anders uit dan we tot nog toe hebben gezien: het zijn allemaal dunne steenlaagjes (waarschijnlijk graniet) op
elkaar, sommige gewoon recht, sommige golvend. Een heel apart gezicht!
Via een 7 km lange tunnel ging het naar het noordkaapeiland Magerøy. Magerøy is Noors voor "mager eiland" en
daarmee is niets teveel gezegd. Behalve rotsen, stenen, mos en hier en daar wat gras is er hier niets. Geen
enkele boom op het hele eiland te bekennen (de boomgrens ligt 150 km ten zuiden van de Noordkaap), er zijn
zelfs geen struiken hier!
Dit klinkt een stuk saaier dan het is, want na meer dan twee dagen op het eiland vond ik het nog net zo'n
fascinerend landschap als op het eerste gezicht.
Ons eerste doel op het eiland was de "Kirkeporten" in Skarsvåg; een stenen boog die ontstaan was doordat het
zeewater gedurende de laatste eeuwen een gat in de rotsen had geslepen. De rots bestond ook weer uit golvende
granietlaagjes, net als wat we op het vasteland ten zuiden van het eiland hebben gezien.
Ondertussen was het een uur of negen (21:00) en we maakten ons op voor het noordelijkste puntje van Europa.
Niet de kermis op de Noordkaap zelf overigens, want dat is helemaal niet de noordelijkste punt! Het
toeristencentrum is er alleen gevestigd omdat de rots van boven zo'n mooi horizontaal plateau had en ze er
alleen een betonlaag overheen hoefden te leggen om er een grote parkeerplaats van te maken. De Noordkaap
(Nordkapp in het Noors) is in bezit van de luchtvaartmaatschappij SAS, die er een enorm toeristencomplex heeft
gebouwd en daar goed geld mee verdient.
Het uiterste noorden van Europa is de kaap Knivskjelodden op de breedtegraad 71°11'08"(de Nordkapp ligt op de
breedtegraad 71°10'21"). Door de vorm van de kaap Knivskjelodden - smalle bergrug, schuin aflopend kanten -
kunnen er geen auto's komen; je kunt het puntje alleen via een 18 km lange wandeling door de pampa bereiken.
Dat, samen met de onmogelijke naam van het ding heeft SAS vermoedelijk doen besluiten de Nordkapp te nemen als
vestigingsplaats...
De wandelschoenen aan, platvink met whiskey en thermosfles thee mee, bovendien brood en een blik haring in
tomatensaus ingepakt en dikke kleren aan: wij waren klaar voor de échte noordkaap! De wandeling was heel bizar:
al een klein stukje van de camper verwijderd zag je alleen nog maar een soort maanlandschap, maar dan nog hier
en daar begroeid met mos of gras. We hadden het noordelijkste puntje van Europa helemaal voor ons alleen toen
we er - precies om 0:00 uur overigens - aankwamen. Het was tegen de middag nog bewolkt geworden, dus we
rekenden niet al te vast op de middernachtszon, maar we hadden weer eens ongelofelijk veel geluk: tijdens de
wandeling schoof de bewolking steeds verder naar het oosten en maakte plaats voor strakblauwe lucht.
Halverwege, zo rond een uur of elf, brak de zon door en hij is de hele nacht gebleven!
Vanaf 71°11'08" hadden we een schitterend uitzicht over de ijszee en op de Nordkapp-rots, die er vanaf hier
gezien erg imposant uitzag. Het is een natuurlijk plateau, een soort vierkante rots die vanuit zee 307 meter
steil omhoog steekt en van boven helemaal plat is. Vanaf de Knivskjelodden-punt, die een stuk lager ligt dan de
Nordkapp, heb je een heel mooi uitzicht van onderaf op de Nordkapp zelf.
We hebben heerlijk gepicknickt in de middernachtszon en zijn om een uur of één weer teruggelopen. Het landschap
zag er in de middernachtszon nog surreeler uit dan op de heenweg: als je de ene kant op keek dacht je dat het
zes uur 's ochtends was, draaide je je om leek het meer een winternamiddag. Dat laatste is overigens niet zo
raar: de zon had om die tijd (ca 3 uur 's ochtends) de kracht en de hoogte die hij op een winternamiddag thuis
ook heeft en geeft dus hetzelfde soort licht af.
Rond een uur of vier kwamen we weer bij de camper en zijn een stukje doorgereden naar een parkeerplaats waar
nog wat andere campers stonden, vlak voor de Nordkapp-loketten. Op het parkeerplaatsje hebben we heel zachtjes
(om de andere kampeerders niet wakker te maken) onze klapstoeltjes gepakt en zijn een stuk richting de kust -
dwz. de rand van het plateau waarop we stonden - gelopen. Daar hebben we met whiskey-cola tot ca zeven uur 's
ochtends gitaar gespeeld en om zes uur de vissersbootjes zien uitvaren, tot de eerste wolken weer voor de zon
trokken. Aangezien het daardoor wat koud begon te worden gingen we toch maar een paar uurtjes slapen... wat een
nacht!
27.06.2002
We hebben tot twaalf uur geslapen, daarna heerlijk in het zonnetje ontbeten. De zon staat nu in het zuiden,
recht tegenover waar hij vanacht stond. Opeens besef je dan dat je op het bovenste stukje van de aarde staat:
het lijkt net of de zon rondjes om je heen draait!
De Fransen naast ons gaven ons de tip ruim om de loketten van het SAS-complex (waar je EUR 50 moet betalen) heen te lopen, dan kon je via de
achterkant zo het Noordkaap-plateau op om het uitzicht te zien. Er stonden geen hekken, waarschijnlijk was het
uitzicht voor iedereen gratis. Zelf waren ze ook heel brutaal het museum / centrum ingelopen, maar dat vonden
wij niet echt netjes en zijn dus alleen naar het uitzichtspunt gelopen en weer terug.
Het uitzichtsplateau viel me - ondanks niet al te hooggespannen verwachtingen - toch nog erg tegen: een
betonnen plein met een lelijk, zwart jaren-70 gebouw erop, een hek eromheen vanwaar je het uitzicht naar het
noorden kon zien en de beroemde wereldbol. Deze bleek op een betonblok vol graffiti te staan, wat erg afdeed
aan het effect. Maar dat is misschien een kwestie van smaak.
Het uitzicht over de zee was vrijwel hetzelfde als vanaf de Knivskjellodden, je stond alleen wat hoger. Er was
echter geen Nordkapp-rots om naar te kijken, wel hadden we uitzicht op de
noordelijkste punt van Europa (de Knivskjellodden dus), maar die was vanaf hier lang niet zo mooi als van
dichtbij!
Nu we beide kapen gezien hadden werd het tijd weer naar het zuiden af te zakken, maar we wilden de volgende
dag eerst nog een wandeling in de buurt van Honningsvåg (het zuidelijkste dorp op dit eiland) maken.
28.06.2002
Niet te geloven: het is nog steeds wolkenloos! Helaas hebben we de wandelroute zelf niet kunnen vinden en zijn
op een soort geiten- (of rendier-?) pad langs de kust terecht gekomen. Kon ook niet verkeerd gaan, dachten we,
tenslotte ligt het doel van de wandeling - een verlaten vissersdorpje - ook aan de kust. De wandeling werd,
zoals we dat intussen van Noorwegen wel kennen, steeds meer een klauterpartij, de rotsen werden steeds
moeilijker te begaan. Maar we gingen dapper door, want het uitzicht was weer onovertroffen! Links de diepblauwe
ijszee, glinsterend in de zon, rechts steile bergwanden en voor en achter ons de meest bizarre granietformaties.
Rotspunten van gelaagd graniet staken als zwaarden uit de bodem omhoog, je wist niet wat je zag. Dieren waren
er ook in overvloed, je merkte duidelijk dat het klimaat aan de zuidkant van het eiland wat milder is; behalve
veel meeuwen en kraaien zagen we ook een groep aalscholvers op een rots, wat rendieren die lag te zonnen op een
van de zandstrandjes en een zee-otter.
Op een gegeven moment werd ons de weg echter door de opkomende vloed afgesneden en zijn we zonder verlaten
vissersdorp te hebben gezien weer teruggegaan. Ondanks de hoge breedtegraad was het hier, in de luwte van de
bergen en in de volle zon, erg warm en ik ben zelfs een beetje verbrand. In de poolzon! Niet slecht toch?
We hebben het eiland Magerøy nu achter ons gelaten en zijn richting Karasjok gereden. Ca 150 km ten zuiden van
de Nordkapp zagen we inderdaad de eerste bomen weer opduiken en hoe verder we reden, hoe dichter en
afwisselender de begroeiing werd. Tot ver onder Karasjok zouden het echter vooral berken blijven, die we zagen.
's Avonds heerlijk rendiervlees gegeten, het lijkt een beetje op een kruising tussen ree en rund,
verrassend lekker.
29.06.2002
Op weg naar Karasjok, de hoofdstad der Samen (Lappen), begon het te regenen
en het is de rest van de dag blijven regenen. In Karasjok was echter helemaal niets te doen! Behalve een peperduur en vreselijk toeristisch openluchtmuseum waren er
alleen een paar tankstations en hier en daar een huis.
Gauw door naar de Eurozone dus, via weer een onbemande grenspost. We reden door een enorm toendragebied, dat er
in de regen vrij troosteloos uitzag. Berken zo ver als het oog reikte, verder niets. Rond zes uur Finse tijd
(de Finnen zijn een uur verder dan centraal Europa) kwamen we in Inari aan. Daarover meer in het volgende
album: "Suske en Wiske en de fantastische Finnen".
Dorrit
|
|
|
|
|
|
|
Onze top 8: |
|
|
1. Eidfjord/Mabodal
2. Mageroy
3. Briksdalsbre
4. Haukeligrend
5. Naeroyfjord
6. Geirangerfjord
7. Lofoten
8. Telemark
|
|
|
|
|
|
|
|